Den Helder - Den Oever


Een tocht met Nico en Reinout.


Zondag 9 februari 2003
HW: Harlingen: 13:50
Weer: Texel: Z-4/5, tijdelijk toenemend 5/6, later Z tot ZO. Af en toe regen of motregen. Slecht, lokaal mist, oplopend matig zicht.

Oorspronkelijk zouden we om 09:00 uur vanaf "Donkere Duinen" aan de Noordzee kant vertrekken. We zijn aan de late kant en er is een waarschuwing voor de scheepvaart van kracht. Daarom gaan we toch maar naar de marine jachthaven. Bij het inpakken excuseert Reinout zich dat hij nog overal over moet nadenken en geen routine zou hebben zoals ik. Als we samen naar mijn auto lopen om de laatste spulletjes weg te brengen zeg ik hem dat ik tegenwoordig juist bang ben door die routine juist dingen te vergeten... Om 09:15 steken we van wal na de verkeerscentrale met de marifoon op de hoogte te hebben gebracht. Een patrouilleboot van de Marine vaart langs en we worden begroet door Martin. Het waait nog nauwelijks. Maar het stroomt voor geen meter. En ik kom er ook achter dat ik vandaag mijn sleeplijn ben vergeten. Dus toch die dodelijke routine waar ik het over had. We hebben een drijfpauze en ik doe mijn kanomoffen aan want met wind tegen is het toch wel koud aan de vingertoppen. Reinout tovert plastic zakjes tevoorschijn om zijn vingers te beschermen. Nico heeft 'toevallig' extra kanomoffen bij zich, maar Reinout houdt het voorlopig bij de plastic zakjes. Het is doodtij. Pas als we in de buurt van Den Oever komen meldt de verkeerscentrale dat de actuele wind 4/5 is. En we hebben dan al stroom tegen. Kortom met doodtij en een beetje wind kentert het al minstens een uur eerder! Ik ben stiekem blij dat we niet vanaf "Donkere Duinen" zijn vertrokken. Ik had gehoord dat er in Den Oever een soort drijvende steiger is. Tot nu toe hadden wij op eerdere tochten alleen maar glibberige schuine basalt dijken gevonden. Met wat omzwervingen vinden we de steiger op uitgerekend die plek waar we ooit voor het eerst zijn uitgestapt en wat toen een ramp was. Dus dat was wel de laatste plek waar we de steiger verwachtten. Er was regen voorspeld, maar we houden het droog. En dat is maar goed ook want zelfs achter de beschutting van het informatie kantoortje (ook nieuw) krijgen we het behoorlijk koud (temperatuur 6 graden). Ingepakt in mijn poncho worden alleen mijn voeten koud. Ik heb dus twee matjes nodig. Eentje om op te zitten en de ander voor onder mijn voeten. Ik heb overigens een thermische lange onderbroek aan en een dun en een dik truitje onder mijn neopreen. Verder een regenbroek, kanojack en zwemvest. Nu lekt mijn 'ademende' jack een beetje waardoor ik wel vochtige armen heb. Wat leren we hiervan? Voor dit jaargetijde (buitentemperatuur) moet de kajak kleding 100% zijn. Reinout klimt in zijn reddingszak. Ook hij krijgt koude voeten en wikkelt daarom zijn voeten in de plastic zakjes (voorheen kanomoffen). Om 14:00 uur vertrekken we. In de zeekajak krijg ik het snel weer warm. Dat het niet helemaal pluis is met de kentering bij doodtij blijkt maar weer als we minder dan een half uur na vertrek en dus net na de kentering al een snelheid halen van zes knopen. Maar helaas is dat slechts tijdelijk. Ondanks wind mee is onze snelheid uiteindelijk maar 4,5 knopen. Oh ja, de verkeerscentrale meldt een verlaging van 20 cm. We moeten het vandaag dus bijna helemaal zelf doen. Pas in de buurt van Den Helder zien we dat we door de stroom worden weggezet en we moeten een stukje traverseren om precies bij de haven ingang uit te komen. We doen vandaag geen natte oefeningen. Waarom eigenlijk niet? Ik heb in het zwembad met een voorwaartse eskimorol iets verrekt waar ik nu na twee weken nog last van blijk te hebben. Ik hoorde toen een 'knak' en dacht toen meteen aan schouder uit de kom, maar ik voel mijn bovenarm. Tijdens het varen wordt het niet erger, maar laat ik het dus maar even rustig aan doen. Weer een 'winterse' tocht met een leermoment. Hoe goed moet een zeekajak uitrusting (=kleding) zijn om ook in dit soort omstandigheden in noodsituaties warm te blijven?


© A.M. Schoevers