Het geheim van de buiten Hebriden


In het voorjaar had ik met Sien afgesproken om voorafgaande aan de Peddelpraat trip zelf een tocht te varen in Schotland. De bestemming maakte mij niet zoveel uit. Maar dat het uiteindelijk de buiten Hebriden werd, had ik niet direct verwacht. Jan had in eerste instantie andere plannen, maar sloot zich alsnog aan. Nico was nog herstellende van een blessure, waardoor hij deze bestemming nog tegoed heeft.


Donderdag 27 juni 2002 (Oban)
Het toeval wil dat de leiding van de camping Gallanachmore juist van vandaag op morgen in andere handen overgaat. De vorige eigenaar herken ik nog van toen ik hier was voor het rondje Mull in 1997. Hij komt nog wel langs voor het incasseren van de kampeergelden. Morgen zouden we die aan de nieuwe eigenaren moeten voldoen. Jan is om 16:30 vertrokken naar Uig op Skye, ruim vier auto uren verder. Het plan is namelijk om met de veerboot van Oban naar Lochboisdale te varen. Na eerst de zuidelijke eilanden van de buiten Hebriden te bezoeken willen we in noordelijke richting varen om te eindigen bij Lochmaddy op North Uist. Vandaar gaat een veerboot naar Uig. Nog even paniek bij het inpakken omdat ik teveel spullen bij mij lijk te hebben. Omdat mijn tent op staat heb ik niet een totaal overzicht of alles wel past. Mijn mobiele telefoon doet het niet voor gesprekken binnen de UK.

Vrijdag 28 juni 2002 (Oban - Loch Baghasdail)
Hebrides: NW backing W-4/5
Inshore: NW-4/5 backing W; fair; visibility: good becoming moderate later

Om 06:00 vertrekken Jan en Sien uit Uig. Om 10:30 zijn zij bij de camping. Helaas is de nieuwe kampleiding niet zo handig met de tarieven voor het stallen van de auto. Ze willen er twee pond per dag voor hebben. Vroeger was dat dacht ik nog één pond. Maar aangezien het nabijgelegen duikcentrum nog steeds één pond rekent zet Sien haar auto daar maar neer. Alles blijkt toch in mijn zeekajak te passen. Het frame van het karretje doe ik wel op mijn achterdek, omdat ik anders teveel moet in- en uitpakken bij de veerboot. Ook bij Sien begint het karretje de tocht op het achterdek. Om 11:45 gaan we te water voor een stukje varen naar de haven van Oban, waar we om 12:15 aankomen. Het is even stressen met de kaartjes en het zoeken naar de juiste veerboot. Een kaartje kosten GBP 19,20 per persoon, maar de zeekajak kost nog eens zoveel. Niet echt goedkoop, maar toch ook wel weer betaalbaar. Bijzonder is dat we ook nog eens persoonlijk een kaartje moeten invullen met naam en leeftijdsgroep. De zeekajaks worden met de karretjes op de veerboot gereden. We hebben een mooie passage van de Sound of Mull. Daarna betrekt het weer iets. De route brengt ons tussen Oigh-sgeir en het eiland Canna. We komen omstreeks 20:00 aan in Loch Baghasdail. We kunnen kamperen achter het informatiecentrum vlakbij de veerboot. Toilet en douche vlakbij. Helaas begeeft het ventiel van één van mijn bandjes het. Aan het karretje heb ik dus niets meer deze vakantie, aangezien de bandjes van Jan en Sien niet op de as passen. We gaan wandelen en hopen iets van een centrum te vinden. Helaas niets van dat alles. Alleen een hotel en de "hoofdstraat" in het verlengde van de veerbootsteiger. De meeste winkels lijken "out of business". Wel een Bank of Scotland. Het dorp is overigens vrijwel "verlaten". Een groepje "hangmeiden" weet te vertellen dat er een voetbalwedstrijd op Benbecula aan de gang is. Dat verklaart veel. We zien een aantal vervallen en onbewoonde huizen. Het oude vervallen schoolgebouw bevat nog huisraad en lijkt af en toe nog bewoond of is gekraakt.

Zaterdag 29 juni (Loch Baghasdail - Theiliseigh; 11,9 nm)
Hebrides: W-3/4 occasionally 5; occasional rain; visibility: good becoming moderate later
Inshore: SW/W veering NW-3/4 locally 5 at times

Het toilet zou permanent open moeten zijn, maar toch gaat de deur vanochtend niet open. Sien komt er achter dat er een zwerver achter de deur ligt te slapen. Hij verontschuldigd zich bij Sien en gaat er weer vandoor. We maken een tochtplanning in het Hotel, met koffie. Om 11:30 ingepakt maar dan toch eerst maar lunch pauze. Om 12:25 steken we van wal. Het is grijs weer met af en toe regen. We varen langs een verlaten landschap. Nauwelijks huizen en weinig schapen. Stroming en wind mee. Om 13:35 zien we pas het eerste strandje bij Bun Sruth. Even later inspecteren we een smalle doorgang dat uitmondt in een baai. Met dit stadium van het getij is het verval een halve meter en kunnen we niet stroomopwaarts varen. Onze eerste oversteek is die naar Eiriosgaigh. Flinke westenwind, kracht vier, geeft al een beetje beweging en schuimkoppen. De zeekajak voelt stabiel aan. We komen geen kampeerplekken tegen. In een baai bij het zuidelijkste eilandje onder Eiriosgaigh, Eilean Leathan, kan ik er nog even uit voor een sanitaire stop. Vanaf nu willen we een kampeerplek zoeken. Optie 1: naar een strandje aan de oostkust van Fuideigh. Erg zeker, maar wel twee zeemijl westelijker tegen de wind in. Optie 2: naar de baai tussen Gioghaigh en Theiliseigh, waar het volgens de Pilot goed ankeren is. Maar ons is onbekend of er ook aangeland kan worden. We kiezen voor de baai. Bij de oversteek naar Giogaigh zijn de golven en deining tot een halve meter hoog. De bodem in de baai is van zand, maar geen strandje te bekennen. In Bhag Shìntinis inspecteert Jan een zandstrandje, maar vindt geen gemakkelijke weg over de rotsen naar het kampeergras. Het is bovendien in de wind. Om 16:45 vinden we in de zuidwestelijke punt van de baai een "trailerhelling" van zeewier. De beladen zeekajaks kunnen makkelijk naar boven getrokken worden. Ik experimenteer door mijn kajak met de sleeplijn hogerop te trekken. Op een steenworp afstand liggen zeehonden te zonnen. Enkelen gaan te water maar een vette zeehond, bruingebrand, laat zich niet verjagen. Deze blijft ook bij opkomend water liggen en bij het afgaande water ligt deze weer als eerste droog. De andere zeehonden beginnen ook te wennen aan onze aanwezigheid en hangen rond in het zeewier. Ik kook achter de beschutting van mijn windscherm.

Zondag 30 juni (Theiliseigh - Crannag; 6,5 nm)
Hebrides: S veering W-3/4 increasing 5/6 occasionally 7
Inshore: SW backing S-3/4 increasing 5/6 locally 7 veering W-5 later

We pakken in tussen de regenbuien door; gadegeslagen door de zeehonden. Er is harde wind voorspeld. Maar toch steken we om 10:05 van wal richting Bagh a' Chaisteil. Zodra we de kaap Rubha na h-Uamh ronden hebben we windkracht vijf tegen met oplopende golven en afbrekende toppen. Spectaculaire oversteek van Theiliseigh naar Flodaigh. Na de oversteek overleggen we om 11:15 over het vervolg. Besloten wordt om in de luwte van Rubha Mhìcheil verder te overleggen. De wind is nu pal zuid en zal ons tot Bagh a' Chaisteil parten gaan spelen. Ik beredeneer dat het niet erger zal worden door de beschutting van de route achter eilanden. Maar de wind zal wel verder toenemen. Sien zegt terecht dat we dan steeds meer wind tegen stroom mee zullen krijgen. Dus op zoek naar een kampeerplek. De diepe baaien varen we niet in omdat daar volgens de topografische kaart geen strandjes zijn. Sien inspecteert nog wel een baaitje in Bàgh a Tuath, maar die staat flink in de wind. Jan en ik willen naar het begin van het strand bij Tràigh Mhòr. We hebben nu harde wind in de rug. Ik begin het koud te krijgen. Nergens strandjes uit de wind. We landen uiteindelijk aan bij Crannag. Mooi schelpenstrand maar dat ontgaat ons in eerste instantie. Mijn handen zijn verkleumd. Ik verrek een vinger als ik met brute kracht, maar zonder gevoel in de vingers, de zware zeekajaks trek. We zetten met harde wind en regen onze tenten op het zand net boven de hoogwaterlijn. Overal nat zand; kampeer nachtmerrie. Als de tenten staan is alles nat en vies. Maar de temperatuur binnen de tent is hoog genoeg, zodat alles langzaam weer droog wordt. We staan redelijk uit de wind, die nu zeker kracht zes á zeven is. Het was een goede beslissing om niet door te varen naar Bhàg a' Chaisteil. Om 17:30 met Jan naar het vliegveld gelopen. Jawel, Barra airfield. De landingsbaan wordt gevormd door de zandvlakte die bij laag water tevoorschijn komt. Een eenmotorig vliegtuig is aan de grond genageld. Het vliegtuig is wat beschadigd en zal in deze staat niet kunnen vliegen. Via het strand lopen we in een rechte lijn terug naar de tent. Sien heeft het weerbericht beluisterd. De wind is "cyclonic"; niet te verwarren met "variabel" ben ik vorig jaar achter gekomen. Is een variabele wind meestal zwak tot matig, cyclonic heeft direct te maken met het overkomen van een depressie en een daarmee meebewegende windrichting. Dit heeft ongewenste neven effecten. Sien moet haar tent draaien. Voor het eten tijdelijk het windscherm opgezet. Na het eten breek ik het windscherm weer af omdat het begint te regenen. Alle kleding droogt tussen de buien door.

Maandag 1 juli (Crannag - Sanndraigh; 13,5 nm)
Hebrides: Cyclonic becoming northerly 4/5 decreasing 3 in the east
Inshore: SW-4/5 gradually veering W/SW-3 locally 4

Heerlijk geslapen. Voor wat het te betekenen heeft, het weerbericht meldt: "Low Hebrides 998". De dag begint met regen, maar voor het inpakken klaart het alweer op. We zien zelfs schaduw! Alles droog en redelijk schoon ingepakt. Om 10:10 vertrek. Zodra we op open zee zijn staat er een flinke deining. Als we gisteren doorgevaren zouden zijn, dan was dat niet verstandig geweest. Op de route naar Bhàg a' Chaisteil komen we veel ondieptes met ruwer water tegen. De lucht begint langzaam open te trekken. Voor Rubha Mhòr zien we een groep zeekajak vaarders vlak langs de kust varen. We blijven te ver uit de buurt om een praatje te kunnen maken. Jan heeft een boek over de schotse eilanden. Hierin wordt geschreven dat de aankomst in Bhàg a' Chaisteil met de veerboot een onvergetelijke belevenis is. Maar vanuit de zeekajak valt het kasteel een beetje tegen. Een hoop gemetselde stenen. Jan landt aan bij een soort trailerhelling en gaat het fort binnen. Als hij even wegblijft stap ik ook maar uit en vind Jan binnen de poort. We lopen een trap op. Jan ziet een bootje snel naderen. Hij vermoedt dat we hier wel niet mogen zijn. De man op het bootje stapt uit en doet de poort op slot; zonder een woord met ons te wisselen. Wij zijn net op tijd buiten, want volgens Jan had de man de poort ook op slot gedaan als wij nog binnen waren geweest. Even later zou blijken dat een bezoek aan het fort drie pond kost. De man vaart de bezoekers naar het fort. Net na enen pauze op een grindstrand in het "centrum" van het dorp. Ik ga water bijvullen bij het veerboot wachthokje. Er barst een korte hoosbui los. Als ik weer buiten ben zie ik slechts de stromen water over het wegdek lopen. Bij de supermarkt hebben ze helaas geen gezinsverpakking naturel chips. Dan maar alleen yoghurt als toetje. Om 14:45 op weg naar Sanndraigh. Onderweg zie ik een bruinvis. Prachtig zeevaren nu de zon doorbreekt. De passage tussen Eilean Mòr is spannend voor Jan. Hij neemt de meest rechtse doorgang en ik zie een golf hoog opbouwen. Hij gaat er perfect doorheen. Maar Sien en ik kiezen voor de veiliger route. Maar ook die heeft af en toe deining. We steken de baai in op weg naar het strand. Jan gaat eerst en hij landt veilig. Ik kan altijd zijn hoofd nog zien dus de brekers zijn maximaal 1,60 meter hoog. Sien landt vervolgens ook zonder problemen. Ik krijg net een luwte en er komen geen golven. Als ik Jan met de camera klaar zie staan krijg ik toch nog een breker te verwerken. Ik land vervolgens ook veilig aan. Allemaal wel spannend door het "onbekende". We bevinden ons op een prachtig en maagdelijk strand. We lopen de duinen in en vinden een beschut plekje met gras. Heel mooi! Ik ga zwemmen in de branding en doe de was. Ik leg mijn vaarkleding te drogen en het meeste is snel kurkdroog. Wij staan onder een zeer steile afgekalfde zandheuvel. We zitten uit de wind maar toch zijn er nauwelijks midges. We bespreken de planning voor morgen. Bij goede condities willen we zoveel mogelijk eilanden buitenom met als eindpunt het strand van Miughlaigh. Bij slechte condities wordt het de kortste en veilige route langs de oostkust. De dag erna plannen we gelijk al als rustdag. Ik constateer dat het verbruik van suiker en brandstof hoger lijkt dan verwacht.

Dinsdag 2 juli (Sanndraigh - Mhiughlaigh; 7,6 nm)
Hebrides: NW-4/5 occasionally 6; showers; visibility: good
Inshore: V-2/4 becoming NW-3/4, N-4/5 later

De geplande vertrektijd is 10:00. Het is zonnig. Ik pak snel in om de rest van de beschikbare tijd te kunnen benutten voor een wandeling en om te fotograferen. Er zijn sporen van een otter tot aan de zeekajaks. Prachtige uitzichten. Een wild duinlandschap. Vanaf een duintop zie ik slechts weinig wit in de zeegaten; dat ziet er veelbelovend uit. Ik loop door een hoge uitgestrekte duinpan met veel complete schelpen (limpets). Dit zand is dus niet komen aanwaaien, maar was ooit een strand. Het vertrek door de branding stelt "niets" voor. Ik ga als eerste en kom volledig droog door de branding. Ik moest er wel even aan sleuren om geen brekers te krijgen. Vanaf het water lijkt het of Sien wat meer brekers te verwerken krijgt. Jan heeft het het zwaarst. Maar we komen er ongeschonden doorheen. Zodra we de Sgeir Lìthinis achter ons gelaten hebben krijgen we lange en hoge Atlantische deining. In de verte, noordelijk van Greanamul, vermoedelijk bij een ondiepte, zien we de deining nog hoger opbouwen. We kiezen voor de alternatieve route; de kortste weg naar Miughlaigh. Jan en ik inspecteren nog het geultje tussen Roisinis. Maar op dit moment van het tij is hier geen geultje. We spreken vanaf Roisinis koers 240 af. Pas vlak voor Miughlaigh gaan we weer meer noord varen om bij de eilandjes aan de noordoost punt uit te komen. Prachtige rotsformaties en veel puffins en alken. Ook zeehondjes. Bij het strand landt Sien als eerste aan. Zij kiest het midden van het strand. Als zij aanlandt blijkt dit een steil strand te zijn met een enkele strook dump golven. Ze wordt een aantal keren op het strand gezet, maar wordt al peddelend steeds weer teruggetrokken naar dat ene plekje waar de golven breken. Even later zit ze dan toch hoog en droog genoeg om snel uit te kunnen stappen. Vervolgens gaat Jan. Hij kiest iets meer rechts uit en wordt zijwaarts hoog op het strand gezet en stapt uit. Ik neem de acties van mijn twee voorgangers mee in mijn overwegingen. Ik besluit helemaal rechts van het strand aan te landen. Dit is wel in de buurt van de rotsen, maar het strand is daar een stuk minder steil. Ik laat mij door een kleine breker zijwaarts op het strand zetten en stap uit. Mijn dek en kleding zitten vol met zand. Mijn peddel wordt bijna terug naar zee getrokken door de backwash. Dumpstrand dus. Nu adembenemend mooi met zon en blauwe lucht. Ik maak veel foto's van transparante golven waarbij het zand de stroming binnen de golf verraadt. We lunchen uit de wind achter een paar rotsen. Een nieuwsgierige zeehond houdt zich op aan het randje van de branding om de zeekajaks op het strand te inspecteren. Bij elke breker duikt hij/zij even onder om met de onderstroom weer achter de golf uit te komen. Maar de nieuwsgierigheid wint het en de zeehond laat zich door een breker gecontroleerd op het strand zetten. Met het wegtrekkende water hebben we zicht op de hele zeehond. Deze steekt vervolgens zijn/haar nek uit om de zeekajaks eens goed te bekijken. Daarna keert hij/zij om en schuift het water weer in. Mijn camera ligt helaas bij mijn zeekajak. Gras voor de tenten is helaas wat verder weg. In eerste instantie kiezen we dan ook voor kamperen op het zand. Maar uiteindelijk beslist "kop of munt" dat het gras wordt. Maar dan heeft Sien al voor zand gekozen. Jan en ik zoeken een grasveldje en belanden na omzwervingen uiteindelijk naast een beekje. Dit is wel een stuk lopen van de zeekajaks vandaan. In een poging het marifoon weerbericht te ontvangen loop ik naar een plaatselijke heuvel top. Voor de komende drie dagen wordt redelijk weer voorspeld. 's-Avonds gaat een zeiljacht voor anker in de baai. De twee opvarenden komen met een rubberboot via de rotsen aan land. Ze ontwijken daarmee de branding. Als zij terugkeren van een wandeling lopen ze langs de tenten van Jan en ik en maken we een praatje. Ze vragen of we een lege fles over hebben om water te tappen. Zij willen hun Islay whisky graag aanlengen met water van Mingulay. Sien vindt het wel komisch dat ze van zeekajak vaarders verwachten dat die uitrusting "over" hebben. Ze gaan terug naar het zeiljacht en we zien ze later weer de heuvel oplopen voor het tappen van water.

Woensdag 3 juli (Miughlaigh)
Hebrides: N backing W-4/5 occasionally 6 at first; showers; visibility: good
Inshore: NW/N-4/5 locally 6 easing 3/4 locally 5

Uitgeslapen, maar iets duf. Het weerbericht voor de komende drie dagen lijkt OK. Om 10:30 met Jan begonnen aan een wandeling van de zuidoost punt naar de zuidwest punt van het eiland. We lopen via de heuveltoppen. Het huisje is niet bewoond en op slot. Er staat nog een vrij nieuwe omheining, maar schapen zijn nergens te bekennen. Om 12:00 heb ik met de marifoon contact met Sien op kanaal 77. Naar het hoogste punt op het eiland gelopen. Hier staat een "Ordnance Survey triangulation point". Het begrip "dekking" komt regelmatig om de hoek kijken. Jan heeft het thuisfront belooft regelmatig contact op te nemen met de mobiele telefoon. Ook Sien heeft afspraken gemaakt voor een "spreekuur". Helaas hebben we sinds de tweede vaardag geen "dekking". Jan maakt zich ongerust dat het thuisfront zich ongerust gaat maken. Het thuisfront kan er dus maar beter van uitgaan dat je niet bereikbaar bent. Zelfs op het hoogste punt met zicht op Bàgh a' Chaisteil is er geen dekking. De zon begint door te komen met een mooi uitzicht op de eilanden ten noorden. We lopen langs steile overhangende kliffen met veel broedende vogels; voornamelijk meeuwen en alken. Liggend op mijn buik kijk ik over de rand van Bàgh na h-Aoineig. Ik kijk neer op de landende en opstijgende vogels en het stinkt. Tijdens de wandeling maken grote jagers scheervluchten vlak boven onze hoofden. Ik houd ze op afstand door tijdens zo'n duikvlucht plotseling mijn arm boven mijn hoofd te tillen. De vogel raakt hiervan in de war en breekt zwabberend de duikvlucht af. Ik ben zo in ieder geval verlost van het angstaanjagend zoemende geluid van zo'n scheervlucht. Om 14:00 heb ik weer even contact met Sien. Om 14:10 een marifoon weerbericht van de kustwacht. De komende twee dagen zwak tot matige wind (W-2/3 backing SE-3/4; sea state: slight to moderate). Het blijft onstabiel weer met in het weekeinde harde wind. Er staat nu een harde koude noordenwind van misschien wel zes Beaufort. Langzaam dringt tot mij door dat de windkracht in de buiten Hebriden altijd tegen het maximum van de voorspelling aan zit. Om 15:30 terug bij de tent. In de verte vaart een marineschip en een helikopter vliegt hoog in de lucht. In the "Maritime Safety Information" uitzendingen van de kustwacht heb ik gehoord dat er onderzeeboot oefeningen aan de gang zijn. Thee gezet. Daarna in tent geslapen. Bij het liggen gaan de ogen, als bij een pop, vanzelf dicht. Na het slapen nog even de heuvel opgelopen voor mooie zonnige plaatjes. Vanaf het strand had het nog geleken of het huis boven het strand in de steigers stond. Maar de hele voorgevel is voorover gevallen en wat steigers leken is het houten frame van de binnenmuren. In het gras liggen twee molenstenen. Na het eten de tochtplanning. Het plan is om langs de oceaankust naar Bàgh a' Deas op Bhatarsaigh te varen. We spreken ook af dat we vóór elke mogelijk lastige oversteek, als we nog in rustig water zijn, de route en uitwijk duidelijk afspreken. Dit om te voorkomen dat we in ruwe omstandigheden uitgebreid moeten discuteren. Schepen varen in de verte voorbij, waaronder een booreiland !? Het duurt even voordat we ons realiseren dat het niet de whisky is die ons beoordelingsvermogen vertroebeld.

Donderdag 4 juli (Mhiughlaigh - Bhatarsaigh; 16,7 nm)
Hebrides: W/NW becoming V-3/4; mainly fair; visibility: mainly good
Inshore: NW-3/4 easing V-1/3, N/NE-2/4 later

Om 05:30 wakker en om 07:30 al klaar voor vertrek. Ik heb nog anderhalf uur om te relaxen. Op het strand liggen drie dode jonge zeehonden. Die liggen er al een tijdje, maar Sien heeft ze vandaag ontdekt. Een lege wijnfles met kurk voorzie ik van een briefje. Ik neem een liter kristalhelder Mhiughlaigh water mee. Hoewel wij het strand maagdelijk hebben aangetroffen lijkt het bij vertrek wel of er honderden bezoekers langsgelopen zijn. Vertrek om 09:00. Ik krijg een klein brekertje, maar de branding is niets vergeleken bij onze aankomst. Er zit prachtig weer aan te komen. Rechte oversteek naar Bearnaraigh. Veel puffins te water. We vinden de aanlegsteiger op Bearnaraigh. Met het vandaag vlakke water in de sound zou het makkelijk uitstappen zijn. De "big ocean day is on!". We gaan met de klok mee rond Bearnaraigh. Op het meest zuidwestelijke puntje zet ik mijn flessenpost overboord. De zee blijft redelijk vlak totdat we onder de kliffen bij de vuurtoren komen. Hoge deining en reflectie golven maken het spectaculair zeevaren. Zeer veel vogels (alken en meeuwen). Omdat de zwarte kliffen nog niet door de zon beschenen worden heeft het iets lugubers. Sien heeft het later over "de poorten van de hel". Ik heb even een onzeker gevoel. Is het algemene onzekerheid of is het een gevoel van verantwoording voor de anderen? Ik herken de condities van mijn eerste ervaring met Atlantische deining bij de Shetlands. Op een gegeven moment moet er een beslissing genomen worden of we binnendoor of buitenom een rotspartijtje gaan varen. Tijdens de discussie hierover heeft de stroming de beslissing verder beïnvloedt: binnendoor dus. Flinke stuiters, maar vanaf nu begin ik weer te genieten. Ondanks de onmogelijkheid van aanlanden langs deze steile kust voel ik mij veiliger in de buurt van de verticale rotswanden. Voor Sien geldt waarschijnlijk het omgekeerde. Voor zowel Sien als Jan is dit de eerste "Atlantische" ervaring. Ik probeer hun gerust te stellen door te zeggen dat het snel went. De beweging veroorzaakt door de golven maken het een sportieve aangelegenheid; links kijken naar de aanrollende bergen deining en rechts af en toe een lage steun op een reflectie golf. Bij elk kaapje extra hobbelig water door meer reflectie golven en de effecten van stroming. De mooist denkbare route rond de zuidelijke eilanden van de buiten Hebriden; alles buitenom, zelfs bij Flodaigh. Niet helemaal zonder reden. De pilot maakt melding van oplopende deining op bepaalde plaatsen tussen de eilanden (over ondieptes). Hier blijven wij dan ook uit de buurt. Bij Flodaigh weer flinke deining en reflectie golven, maar nu ook nog met stroom tegen. De "natural arch" waar de topografische kaart melding van maakt krijgen we niet te zien. Wij kunnen echter niet dicht op de kust varen om dat precies uit te zoeken. We moeten met een ruime boog om de noordpunt omdat we daar af en toe een brede breker zien. We pauzeren om 13:45 op een zij strandje van Bàgh a' Deas. Om 14:55 vertrekken we voor het laatste stukje naar Bàgh Bhatarsaigh. Hier scheidt een smal stukje duinen dit strand met een strand aan de oceaankust. We kamperen in de duinen. Twee mannen zijn bezig met het over het strand verschuiven van een houten schip naar het water. Een van de mannen vertelt waar hij woont en dat we drinkwater uit zijn tuin kunnen tappen. De deur van zijn huis staat open. Na het tappen van water kan Jan eindelijk vanuit een telefooncel het thuisfront bereiken. Dat wil zeggen een boodschap inspreken. Na het eten naar het oceaanstrand gelopen. Tot onze grote verrassing staat hier slechts 15 cm branding. Ik zie een groepje meeuwen in de brandingzone dobberen. Bij elk brekertje vliegen ze even op om weer achter de golf weer te landen; lijkt mij een erg vermoeiende activiteit.

Vrijdag 5 juli (Bhatarsaigh - Eiriosgaigh; 17,3 nm)
Hebrides: N backing S-3/4 increasing 5/6 later; rain later
Inshore: NE/N-2/4 becoming variable W/SW-2/3

Jan heeft het thuisfront nogmaals gebeld. Na het inspreken gisteravond heeft Petra een rondje familieleden gemaakt, zodat zij weet te melden dat ook bij de anderen alles OK is. Om 09:25 vertrek. Stralend blauwe lucht. Wind nog NE-4. We stappen al snel uit bij Uineasan voor een sanitaire stop. We proberen zoveel mogelijk een andere route terug te varen. Van 11:25 tot 12:40 lunch in baaitje met klein strandje bij Orasaigh. Bij het binnenvaren verrast Sien een otter. Ik weet het tafereel op dia vast te leggen. Hopelijk blijft er na vergroting iets herkenbaars over. Dicht langs de kust varen we uit de wind. De route gaat tussen Fuidheigh en Flogaigh en de rotseilandjes in An Oitir Mhòr. Het plan was eerst om het "strandje van Jan" te bekijken; Cordail Mòr op Fuidaigh. Maar Sien wil ook wel buitenom varen. Om 14:45 landen we aan bij Dùnan Ruadh. Prachtig strand en azuurblauw water. De lucht zit vol met windveren. Tegen de stroom in langs Lingheigh. Om 16:30 bij de brug in de causeway over Caloas Eiriosgaigh. We landen om 17:00 aan bij het eerste strandje op de noordkust van Eiriosgaigh. Sien en Jan proberen "limpets". Deze schelpen hechten zich vast op de rotsen. Volgens een BBC documentaire over survival zijn deze grazende slakken veiliger dan de filterende mossels; geen kans op PSP (paralytic shellfisch poisoning). Maar garanties durf ik niet te geven. Ze blijken goed eetbaar, maar bevatten wat zand. Na het eten lopen we naar de pub voor bier, chips en tochtplanning. Voor mij komt daar nog een ijsje bij. Het volgende doel op de tocht is de Monach eilanden; wind en weder dienende.

Zaterdag 6 juli (Eiriosgaigh - Mol a' Tuath; 16,7 nm)
Hebrides: Southerly becoming westerly 4/5 occasionally 6 at first; rain or showers; visibility: moderate/good
Inshore: S-3/4 locally increasing 4/5 in the evening, veering W in afternoon

Vrijwel windstil, maar zeer betrokken lucht. Gepland vertrek 10:00. Werkelijke vertrektijd 10:15. Bij de uitgang van de baai staat een kleine race met keerwater. De wind is Z-5. Lekker surfen. Vies weer. Ik ontvang eindelijk weer eens een marifoon weerbericht; tenminste de aankondiging ervan op kanaal 16. Het bericht zelf op kanaal 73 is niet goed te volgen. Bij de Stulaigh (12:15-13:25) trekken we de zeekajaks op het wier uit het water. Ik doe mijn poncho aan tegen de harde wind. Na de pauze begint de lucht zowaar open te trekken. Prachtige kust met hoge kliffen en groene bergen. Dit had ik niet verwacht aan de oostkust. Onder Beinn Mhòr zijn veel grotten. Als ik door mijn filmpje heen ben en ik een grot zie met een waterval en grind strandje, stap ik even uit voor het laden van een nieuw rolletje. Er zijn strandjes in Bagh Choradail. Bij Bhag Uisinis staat een schuilhutje, de zogenaamde Bothy. Dit hutje is bij wandelaars en zeekajak vaarders bekend. We zijn nog vroeg en met de zuidenwind kiezen we voor de beschutting in Mol a' Tuath, voorbij de kaap van Uisinis. Onderweg komen we nog een prachtige overhangende rots tegen. Om 16:30 landen we aan op een klein grindstrand aan het einde van een beek. Er staat een schuurtje. Het schuurtje is extra ommuurd; tegen de wind toen het nog een woning was? Hierin staat een "quad"., waarschijnlijk ten behoeve van het onderhoud aan de vuurtoren. Ik loop met Jan naar de vuurtoren. Onderweg komen we afgestoken stukken veen tegen. Ook zien we een water reservoir met een half vergane en lekkende koperen kraan. Bij de vuurtoren hebben we uitzicht op Skye. Jan heeft eindelijk weer eens dekking. Maar dan moet hij wel op een specifieke plek staan. We kunnen morgenochtend uitslapen voor een vertrektijd van 11:00. Het kustwacht weerbericht van 18:10 heeft het over harde oostenwind.

Zondag 7 juli (Mol a' Tuath - Aird Mhòr; 15,2 nm)
Hebrides: SW backing E/NE-5 decreasing 3 for a time
Inshore: SW-4/5 backing SE-5/7 in the evening
CG 24 hr: SW-4/5 backing E-3/4 in the evening, 4/5 locally 6 overnight; showers, more persistent later; sea state: slight/moderate becoming moderate/rough
CG: 48 hr: E-4/5 locally 6 gradually veering S/SW decreasling 3/4 locally 5; rain gradually clearing to showers; sea state: moderate, locally rough

Vertrek om 11:00. Het is tegen laagwater en het beekje mondt nu een stuk verder uit in zee. De dag begint zonnig. We hebben een harde zuidwesten wind. Water dat van mijn peddel afwaait krijg ik in mijn nek. Niet leuk varen. Om 11:50 bij Caolas Liursaigh. Het strandje op Màithidh Riabhach is onvindbaar. We vinden om 13:35 een grindstrandje bij Caolas Orasaigh. Redelijk uit de wind. Na vertrek (14:45) regent het alweer. Mijn scheg zit vast met grind. In North Ford varen we om 16:15 onder het bruggetje nabij Eilean na h-Airigh door. Er staat een beetje stroming. Op de kaart staat veel zand, maar met hoogwater zit al dat zand onder water. We kamperen bij Aird Mhòr (16:55). Bandensporen verdwijnen van de weg over de vlakte in het water naar een andere opgang. In de pub bespreken we de planning. Het weerbericht ziet er slecht uit voor komende drie dagen.

Maandag 8 juli (Aird Mhòr)
Hebrides: E becoming cyclonic 4/5 occasionally 6; occasional rain; visibility: moderate/good
Inshore: E/SE-4/5 occasionally 6 then S/SW-4/5 occasionally 6

Het weerbericht is ronduit slecht: "Low Hebrides 993". Bij Stornaway geldt voor de actuele luchtdruk situatie: "falling quickly". Heel veel regen. Om 09:30 dan toch opklaringen. Om 10:30 ga ik met Jan wandelen. We bekijken de Trinity temple. Dit is een ruine van een vernietigd, weer opgebouwd en weer vervallen klooster. De restanten doen nu dienst als begraafplaats. Daarna doen we een poging om over de weg richting het schiereiland Baile Sear te wandelen, maar dit is te ver. Daarom lopen we terug naar de pub voor een bakkie koffie. We hebben om 13:00 met Sien afgesproken. We ontmoeten elkaar halverwege. Sien wil eerst nog even de "stone circle" bekijken. Daarna weer afspraak in de pub. Jan en ik gaan op zoek naar een winkel. Het meisje in de pub wist te vertellen dat het een kwartier lopen is. Dit blijkt echter een kwartier met de auto! Gelukkig kwamen we daar achter na een lift. In de winkel koop ik ansichtkaarten en chips. Op de terugweg stappen we bijna in een verkeerde bus; die naar Loch nam Madadh. Na vier pogingen lukt het liften ook nu weer. We worden bij de pub afgezet. Ik wil ansichtkaarten schrijven, maar ik ben mijn adresboek vergeten. Ik loop een korte route over de getijvlakte terug naar de tent. In de pub weer de planning besproken. Het weerbericht blijft marginaal. Oversteek van de Little Minch naar Uig op Skye valt af door de harde wind in de afgelopen week. Achter windscherm gegeten.

Dinsdag 9 juli (Aird Mor - Oban an Innseanaich; 7,6 nm)
Hebrides: Cyclonic 5/6 becoming variable 3/4; occasional rain; visibility: moderate/good
Inshore: S/SW-2/3 in south, 4/5 in north, becoming S-2/3 at midnight
CG 24hr: S/SW-4/5 becoming S-3/4; fair with scattered showers; visibility: good/moderate; sea state: slight/moderate
CG 48hr: S veering SW-3/4; fair with scattered showers; visibility: good/moderate; sea state: slight/moderate
3 days: light/moderate winds, moderate/fresh on Thursday

Jan is het eerste klaar met inpakken; een record! Het meerdaagse weerbericht lijkt perfect voor een oversteek naar Monach eilanden. Twee dagen met "sea state: slight to moderate". Veel blauw in de lucht. 07:55 op het water. In het zeegat stroomt het flink (minstens 2 knopen). Er staat nauwelijks branding. Het lijken perfecte omstandigheden. Uiteindelijk besluiten we toch om niet naar de Monach eilanden te varen. De zon breekt door en vanaf een duintop vangen we een glimp op van de gele duinen van de Monachs, vijftien kilometer verderop. In een afgeslagen duinpan zien we iets zwarts liggen. Het blijkt een achtervleugel te zijn van een oefenvliegtuig. Een opschrift meldt: "target contains pyrotechnic devices". We hebben tijd tot 13:00 voordat we met opkomend water weer terug kunnen. We wandelen langs het strand. Ik steek nog af naar de wadkant en loop terug naar de zeekajaks. Het lijkt de perfecte plek voor een natuurcamping: heel veel ruimte, gras en duinpannen. Maar of er ook bezoekers komen? De schapen, konijnen, meeuwen en sterns hebben het rijk alleen. We vertrekken tegen 13:00 met opkomend water. We varen door een waddengebied. Met dat verschil dat er af en toe rotseilandjes zijn waar ik op kan klimmen om te inspecteren waar de geultjes lopen. We kiezen voor de meest noordelijke brug. We vallen droog en moeten wachten. De tijd komen we door door onszelf met de handen vooruit te duwen zodra de waterstand het toelaat. Sien en Jan ontdekken vijf centimeter onder het zand grote kokkels. Sien weet te vertellen dat je in de Nederlandse wadden dit formaat nauwelijks meer kunt vinden. Een waar feestmaal wordt opgegraven. Binnen no-time is er voldoende voor het avondeten. Ik sla over. Ook de Alikruikjes heb ik een paar dagen geleden overgeslagen. Maar ik let goed op, omdat die kennis ongetwijfeld wel eens van pas zal komen. We zijn niet de enigen die kokkels zoeken. Een vrouw met hond schept ook een avondmaal bij elkaar. Eindelijk is het geultje tot de brug volgelopen, maar onder de brug hebben we al stroom tegen. Logischerwijs loopt de dam dus over het wantij. We kamperen in het noordelijkste puntje van Oban an Innseanaich. Sien en Jan koken de kokkels. De planning voor de komende dagen wordt besproken. We varen via de oostkust naar Loch nam Madadh en nemen donderdagmiddag de veerboot naar Uig. Het hoge water komt tot aan de zeekajaks die met aanlandige wind een beetje dobberen. Maar wat is nu "het geheim van de buiten Hebriden" ? Er zijn nauwelijks midges op de buiten Hebriden. De paar die wij tegenkwamen zijn komen aanwaaien en waren nog niet weggewaaid.

Woensdag 10 juli (Oban an Innseanaich - Aisgernis; 13,0 nm)

Donderdag 11 juli (Aisgernis - Loch nam Madadh; 3,3 nm)


Bijlage 1 : Getijde Ullapool Juni/Juli 2002

Ullapool June/July 2002
MonthDayHWmLWm
JuneWe2608:514,715:121,0
21:035,003:380,9
Th2709:344,615:511,2
21:434,904:201,0
Fr2810:174,416:301,3
22:254,705:011,2
Sa2911:024,317:111,5
23:114,505:421,3
Su3011:494,117:531,7
JulyMo100:014,306:261,5
12:413,918:401,9
Tu200:574,107:131,7
LQ13:393,719:342,1
We301:574,008:041,8
14:443,720:352,2
Th402:583,909:021,9
15:493,721:422,2
Fr503:573,910:041,9
16:463,822:462,1
Sa604:514,011:041,8
17:344,023:411,9
Su705:404,111:571,7
18:144,300:291,7
Mo806:254,312:431,5
18:514,501:131,4
Tu907:074,513:261,3
19:264,701:551,2
NMWe1007:494,714:061,1
20:044,902:361,0
Th1108:314,814:471,0
20:425,003:190,8
Fr1209:154,815:280,9
21:235,004:020,7
Sa1310:014,816:120,9
22:075,004:480,7
Su1410:504,716:571,0
22:554,805:360,8
Mo1511:434,517:461,2


Bijlage 2 : Verval Ullapool Juni/Juli 2002

Bijlage 2


Bijlage 3 : Veerboot dienstregelingen 2002

- Algemene Informatie
- Barra & South Uist  (Oban - Lochboisdale/Castlebay)
- North Uist  (Lochmaddy - Uig)
- Harris  (Tarbert - Uig)
- Skye  (Mallaig - Armadale)


© A.M. Schoevers