Bear country & Whale waters


Elfin Cove - Hoonah - Tenakee; 5 juli t/m 18 juli 1999


Maandag 5 juli (Elfin Cove - Taylor Island; 26 km)
Glacier Bay is uit de plannen geschrapt. Het vooruitzicht van vaardagen van 35 km zien we niet zitten. Voor Pieter en Sien hoeft Glacier Bay ook niet zo nodig. Ik ben er al een keer geweest. Hoewel ik Muir Inlet toch nog met de kajak zou willen bezoeken. Het nationale park is goed bereikbaar met kajak huur ter plekke. Dus iets voor een volgende keer. Een jacht eigenaar vraagt een visser de oren van het hoofd over Inian Pass. Hoe laat hij erdoor moet en hoe het zit met de 'whirlpools' en de 'washing machine'. De visser adviseert om een uur voor kentering bij de pas te zijn. Wij weten dat het vrijwel doodtij is en dat er nauwelijks wind staat. Perfecte condities dus. Bovendien is de vloed (maximaal 3,5 knopen) minder sterk dan de ebb (maximaal 6 knopen). We willen voor de oversteek van South Inian Pass het laatste beetje ebstroom (tegen) pakken. We worden dan in ieder geval niet in de pas gezogen. Wij vertrekken om 11:00. Om 11:35 zijn we al bij Pt. Lavina. Er is niets te beleven. Zelfs geen deining. South Inian Pass ligt er rustig bij. We hebben een beetje stroom tegen, voor de kentering, naar Dad Rock. We varen westelijk van het grootste eiland van de Inian Islands. Het eiland heeft hoge en steile beboste hellingen. We varen langs Hobbit Hole. Hier staan enige 'Bed & Breakfast' huisjes. We weten dat Dr. Gross hier ook regelmatig verblijft. Pauze op een maanvormig strandje op de NW-punt van het eiland. Tijdens de pauze zien we drie kajaks voorbij varen. Twee tweepersoons en één eenpersoons. Eindelijk eens een visarend van dichtbij op het land. Ik haal mijn tele-camera en kan nu een close-up foto maken van de visarend. We vertrekken om 13:10. Als we net voorbij Inian Cove zijn horen we een luide ademstoot. Jawel, een bultrug walvis is aan het rusten en komt af en toe boven om te ademen. De walvis drijft langzaam naar de plek waar wij zo-even langs gevaren zijn. Van Don hebben we gehoord dat bij het NW-eilandje een zeeleeuwen kolonie zit. Als we in de buurt van het navigatie teken komen zien we een tiental visarenden boven het water cirkelen. We kunnen op afstand al stroming rond het punt herkennen. Er zal wel veel vis zitten. Tot onze verassing zwemmen er ook zeeleeuwen. De vrouwtjes en jongen (!) steken hun kop ver uit het water om ons te bekijken. Een dominant mannetje schermt de groep af en komt met zijn bek open langszwemmen. Een andere zeeleeuw komt met een vis in zijn bek uit het water en slingert deze weer weg. Met de provocerende zeeleeuw wil ik iets meer ruimte. Maar Sien en ik hebben elkaar klemgevaren. Bij de oversteek van North Inian Pass mikken we op Pt. Wimbledon. Links van dit punt ligt Fern Harbor. In deze baai verwachten we een keerwater, zodat we na de kentering naar vloed toch geen stroom tegen krijgen. Het is inmiddels precies kentering. Als we op tweederde van de oversteek zitten komen we over een 'ondiepte' waar al duidelijk stroomrafelingen te herkennen zijn. We zien ook dat we er niet handig aan gedaan hebben om Pt. Wimbledon als richtpunt te nemen. We worden door de vloed al iets naar binnen gezet. We gaan wat harder varen en komen zo'n 100 meter te ver oostelijk uit. Dicht langs de kant ploeteren we weer naar het westen. Bij het ronden van Pt. Wimbledon om 14:35 komen we in een tidal race terecht. De overfalls hebben overeenkomst met de 'wals' op Vlieland. Leuk spelen, maar toch ook wel spannend omdat we er vanuit gaan dat zich in de baai een keerwater vormt. De stroming wordt inderdaad door de kaap afgebogen en het is verder rustig vaarwater. Even later zien we de eerste zee-otters van de dag. Sien kan er zomaar eentje van zeer dichtbij fotograferen. Wat zij niet weet is, dat jonge zee-ottertjes zoveel drijfvermogen hebben, dat ze nog niet kunnen onderduiken. Dit beestje piept luid van angst. De moeder houdt het gelukkig in de gaten en Sien vaart door. In ieder geval heeft Sien de perfecte zee-otter foto. Voor de volgende keer weet ze hoe het zit met de jongen en zal ze deze ongetwijfeld niet meer zo dicht benaderen. We hebben vanaf nu alle tijd en varen dicht onder de kust. We varen langs hoge ondiepe grotten. Pieter vaart vooraan en peddelt zomaar een strandje voorbij waar een moeder beer en haar drie jongen lopen. De wind is aflandig en de berin heeft niets in de gaten. Sien helpt mij met mijn voorluik, zodat ik gebruik kan maken van mijn tele-camera. Er zit nog net één foto op dus ik mag geen fouten maken. Op deze afstand kan een foto met mijn waterdichte camera alleen maar een teleurstellend resultaat opleveren. We komen langzaam dichterbij en op een gegeven moment heeft de berin toch iets door (reuk) en loopt langzaam met af en toe omkijken terug naar de bosrand. Gevolgd door de drie kleintjes. Moeder beer stapt over de grote boomstammen heen. De kleintjes moeten iets meer moeite doen en kruipen soms onder de stammen door. Bij de oversteek naar Taylor Island zien we vissen uit het water springen. Sien besluit om haar geluk met vissen nog eens te proberen. Direct na het uitwerpen van het lijntje heeft ze al beet. Paniek! Het is een zalm van ongeveer 40 cm lengte. Sien is goed voorbereid. Ze heeft op het achterdek een ronde steen liggen en de vis wordt snel gedood. Maar wat nu? We hebben net onze eerste beer gezien en nu moeten we al een zalm eten. Dit is niet zo handig in de buurt van ons kamp. We besluiten om de zalm al op zee te onthoofden om zo min mogelijk vis afval over te houden. Dit is echter een bloedig gebeuren. Sien's hele kajak en spatzeil zit onder het bloed. De vis wordt in een vuilniszak meegenomen. We stevenen af op de zuidpunt van Taylor Island. Hier willen we gaan eten. Daarna varen we wel verder op zoek naar een kampeer plek. We gaan hier eerst ons normale potje koken. Het is een zeer knus grindstrandje dat een uitweg heeft in de vorm van een rotsboog. Ik beklim een steile helling op zoek naar skunk cabbage bladeren. Op de steile route vindt ik al snel berensporen. In het bos vind ik geknakte skunk cabbage bladeren. De stronken van deze plant zijn geliefd berenvoer. Terug bij de kookplaats, met een arm vol bladeren, deel ik mede dat dit niet het meest geschikte kampeer plekje is. Als ik door de rotsboog naar het vervolg van het strand loop kom ik nog meer sporen tegen. Sien fileert de zalm. Het is een vrouwtje. Ze zit vol kuit en heeft vandaag veel kleine visjes gegeten. Iets in mij stemt mij droevig dat deze zalm nooit de rivier zal op zwemmen om voor nageslacht te zorgen. Tenminste als een beer niet in haar weg zou staan. Het vuurtje wordt opgestookt. De zalm wordt in de bladeren gewikkeld. Elk pakketje wordt met een dun stokje bij elkaar gehouden. Als ik mijn normale kostje weg heb hoort Sien iets wat lijkt op het afvuren van een kanon. Dit blijkt een uit het water springende bultrug (humpback) walvis te zijn. Het blijft niet bij die ene keer. Er zit een vast patroon in. Uitademen, rug sterk gekromd, Rug verdwijnt, achtervin komt uit het water, achtervin komt verticaal, achtervin verdwijnt. Vervolgens acht seconden stilte. Niet ver van de duikplek komt een 'torpedo' uit het water. Even later een enorme en luide plons. Dit herhaalt zich drie keer zonder tussentijds ademen. Daarna gaat de walvis op zijn zij/rug liggen en slaat met één/twee flippers op het water. Daarna herhaalt de cyclus zich. Wat het allemaal nog mooier maakt is dat de walvis steeds dichterbij zijn kunstjes vertoond. Mijn tele-camera knipt en knipt. Uiteindelijk gaat de walvis op zo'n 100 meter afstand 'stationair draaien'. De walvis rust uit als wij de zalm oppeuzelen. Wat een schouwspel. Ondertussen hebben we niet eens gezien dat er vlakbij een drietal zee-otters zijn gaan dobberen. Deze kan ik nog net fotograferen voordat ze zich bespied voelen en onderduiken. De walvis blijft op zijn plek in water van 23 vadem diep. Dit is ongeveer dezelfde diepte als vanochtend bij de Inian Islands. Als we van de koffie van Pieter genieten zien we regelmatig de walvis ademen. Er zwemt een zeehond voorbij. Even later nog een zeeleeuw. Hoe is het mogelijk. In één dag zien we zo'n beetje alles wat Alaska aan dieren te bieden heeft. We vragen ons nu al af hoe wij dit Sanja moeten vertellen. Het is inmiddels 20:00 als we weer in de kajak stappen op zoek naar een kampeer plekje. In eerste instantie willen we kamperen op de landbrug tussen Taylor Island en het vaste land. In dit gedeelte van Alaska komt de bodem langzaam omhoog nadat de druk van het ijs van de laatste ijstijd is verdwenen. We vinden echter te veel berensporen. Achter de landbrug ligt de uitgestrekte getij vlakte van Taylor Bay die eindigt bij Brady Glacier. De landbrug is dus een natuurlijke verbindingsroute. Onze tweede poging is een grindstrandje op het vaste land vlakbij de zuidelijke bosrand. Hemelsbreed zo'n 2 km verwijderd van de berin met de drie jongen. Als we de tenten hebben opgezet en het eten in de boom hebben gehesen wandelt een beer vanuit het noorden in onze richting. Wij roepen om hem op andere gedachten te brengen. De beer loopt bovenwinds en het duurt even voordat de beer ons opmerkt. Maar toch verandert hij niet van richting. Na nog meer schreeuwen buigt hij langzaam af naar de landbrug en naar Taylor Island. De beer heeft geen haast en bang van mensen is ie dus al helemaal niet. We zitten op veilige afstand en de beer voelt zich niet bedreigd. Heel anders dan mijn eerdere ervaringen met beren die het op een lopen zetten zodra ze mij opmerkten. Wat ook zal meespelen is dat we in een nationaal park zitten waar beren niet worden gejaagd. We kunnen de beer lang nakijken. Af en toe stopt hij om wat te inspecteren of te eten. We zijn nu definitief aangeland in 'Bear Country' en 'Whale Waters'.

Dinsdag 6 juli (Taylor Bay en Brady Glacier)
We hebben een rustdag. Bij het ontbijt zien we 'onze' beer vanaf Taylor Island terugkomen. Als hij de landbrug heeft overgestoken wil hij rechtsaf. Dat vinden wij geen goed idee, want dat is onze kant op. Weer moeten we flink schreeuwen om hem langzaam van gedachten te doen veranderen. Hij verdwijnt in het hoge gras. Ik heb een 'off-day'. Ik ben erg slapjes en heb geen fut. We vertrekken om 10:00 voor een lange wandeling naar de voet van Brady Glacier. Voorbij de landbrug wandelen we over de uitgestrekte getij vlakte (mud flats). De vlakte wordt doorsneden door geulen. In de bodem van de geulen zakken we weg in vette klei. We wanen ons op het wad. Met enig verschil. Op de vlakte krioelt het werkelijk van de oude en nieuwe pootafdrukken van vogels, beren en... wolven. Voorts een enkel elandspoor en onbekende kleine pootafdrukken. Wolverine fantaseer ik, want dit zeldzame dier heb ik nog nooit gezien. Het is lastig lopen met mijn laarzen. De vlakte gaat over in grasland (zout gras) met vele bessenplanten. Gelukkig zijn de bessen nog niet rijp, want anders zou het hier nu krioelen van de beren. Als we bij de kust van Taylor Bay aankomen blijkt dit al de delta van Brady Glacier te zijn. Grijs gletscher water in een wijd vertakkend netwerk van stroompjes (braided river) over een breedte van 5 km. Onze voortgang wordt steeds meer bemoeilijkt door dichter wordende wilgenstruiken (Alder). Af en toe 'paden' met gebroken takken wat erop duidt dat ook hier beren zich een weg banen. We maken flink kabaal. De bosrand op het vaste land had misschien een betere route geweest. We houden het voor gezien als er geen uitzicht is om nog uit dit wilgenbos te geraken. De terminus van de gletscher is dan nog ver weg. Het is afgaand water. Op de terugweg lopen we via het strand. Er komen mistflarden vanaf de gletscher opzetten. We lopen door een laag duinlandschap. We pauzeren achter een mooie hoge koepelvormige struik. Ik hoor branding. De mistvlagen met de blauwe lucht hebben iets surrealistisch. Het strand is heel breed en het duurt even voor ik het water bereik. De 'branding' is 10 cm hoog en verdwijnt in de mist. We lopen langs de oever van een drooggevallen binnenzee. Dit is voor mij het meest indrukwekkende landschap tot nu toe. Zo onverwacht weids en divers. Nog een stukje mud flats en we zijn om 14:30 terug bij de tenten. Ik ben moe en duik, ondanks de hitte, in mijn tent. Pieter en Sien plannen de tocht van morgen naar Dundas Bay. Sien komt in paniek het kamp binnenlopen. Ze zat wat te lezen. Toen ze bewoog zag ze een beer van 30 meter afstand het bos inrennen. Beiden in paniek dus. De peper spray ligt vanaf nu binnen handbereik. Ik heb lekker, maar bewerkelijk, gekookt met rijst van Sien, ingrediënten van Sanja en een stuk verse paprika van Pieter. Daarna, ondanks het mooie avondzonnetje, mijn tent ingedoken. Morgen voel ik mij hopelijk beter.

Woensdag 7 juli (Taylor Island - Dundas Bay; 25 km)
De ochtendmist trekt snel op voor weer een stralende dag. In verband met de stroming in North Inian Pass vertrekken we pas om 12:30. Het is laag water en we moeten de kajaks een flink eind sjouwen. De route door Fern Harbor is minder spectaculair dan twee dagen eerder. We pauzeren tot 14:30 op het laatste strandje voor Pt. Wimbledon. Na de pauze varen we langs drie nieuwsgierige zeeleeuwinnen. Vlakbij gadegeslagen door een stel zee-otters. Ik vergeet helaas mijn camera op de zoom stand te zetten. Dus de plaatjes hadden nog mooier kunnen zijn. We varen op de geplande tijd door North Inian Pass. Het is één uur voor 'minimum before flood'. De wind trekt aan, maar we hebben die mee. Om 15:00 bij de ingang van Dundas Bay. De wind wakkert door de hoge rotswanden aan en buigt mee om de kaap. We kunnen surfen. De zoveelste dag met mooi weer op rij. We zijn al een stukje de baai in als Pieter een walvis ziet. Er komt helaas ook een motorbootje op hoge snelheid aan. De walvis ademt nog eenmaal en duikt onder. We zien een tijd lang niets. Plotseling weer een luide ademstoot. Hij moet onder ons door gezwommen zijn. Later zien we 'm nog bij het zuidoost puntje van Pt. Wimbledon halt maken met kleine luchtfonteinen. Wow! Even later zien we bij de tweede baai aan de westkant een beer op het strand scharrelen. De afstand is erg groot. Hoewel de beer ons door de windrichting kan opmerken gaat hij gerust zijn gang. Ik wil een foto maken van Pieter en Sien met een azuurblauw water en een blauwzweem op de bergen, maar zij begrijpen mijn bedoeling niet. Ze wachten op mij, terwijl ik hen gebaar door te varen. Uiteindelijk varen ze door en kan ik de foto maken. Bij de derde mogelijkheid voor het tappen van water gaan we aan land. Sien ziet een hutje en Pieter een eilandje. Beide gaan op onderzoek uit voor een kampeer plaats. Ik ga water bijvullen. Het hutje zit op slot. Het eilandje is veelbelovend. Pieter heeft een goed oog voor pittoreske plaatsen. In Alaska is er slechts één spelbreker: beren. Het minuscule eilandje is omgewoeld en stinkt. We vinden geen berenstront, maar vinden het toch zo verdacht dat we toch maar verder gaan. We willen eigenlijk op een eilandje overnachten omdat we het berengevaar daar kleiner vermoeden. We varen linksom een groter eilandje in een droogvallende baai. Het eilandje is een echt eilandje. We discuteren erover of beren wel willen zwemmen om een eilandje te bereiken. Als we de NW-punt ronden varen we er eerst voorbij. Maar dan tot onze grote verassing: een enorme bruine grizzly beer zit gras te eten. Sien helpt mij weer om mijn tele-camera uit mijn voorluik te halen. We fotograferen er op los. De beer heeft ons door, maar gaat gewoon verder met eten. Ook Sien krijgt haar close-ups. Wij voelen ons veilig op het water. Als ik ook nog wat foto's met mijn waterdichte camera wil maken zie ik de beer rustig over de rotsblokken naar de waterkant lopen. En daar blijft het niet bij. De beer gaat te water en gaat zwemmen! Niet naar het dichtstbijzijnde vaste land. Nee, de beer gaat een oversteek van Dundas Bay maken. Niet belemmerd door enige kennis van het getij doet hij dit bij hoog water. Een oversteek van anderhalve kilometer. Sien grijpt haar kans en neemt nog een foto van de zwemmende beer. Ongetwijfeld DE foto van deze reis. De beer vervolgt zijn tocht en wij de onze. Het spreekt voor zich dat vanaf nu eilandjes niet meer zo 'in' zijn als kampeerplaats. We inspecteren toch nog een eilandje, maar ook daar veel berensporen. Het wordt deze week weer springtij. Naarmate we dichter bij Juneau komen wordt het verval ook groter. Grasveldjes, voorheen perfecte kampeerplekken, staan nu al flink onder water. We varen dan toch maar naar het vaste land. Ook hier veel wildpaden en berensporen. We zetten onze tenten tussen twee berenpaden op. Beren kunnen er makkelijk langs en hebben de ruimte op het strand ervoor. Onze locatie staat niet meer op onze kopie van de zeekaart. Op de topografische kaart zitten we in vakje 23. Wederom een bewerkelijke maar lekkere maaltijd. Ik prefereer het gemak van de Lipton maaltijden boven het culinaire gekokkerel van losse ingrediënten. 's-Nachts wordt ik wakker van iets dat langdurig door het water loopt of er op slaat. Ik kijk uit mijn tent maar kan niets zien. Ik wordt wel lekgestoken door muggen en midges, of no-see-ums zoals ze hier worden genoemd.

Donderdag 8 juli (Dundas Bay; 18 km)
Pieter heeft het ook gehoord, maar heeft ook vissen zien springen die dat geluid veroorzaakten. Om 09:00 ontbijt. Ik zeg dat we wel niets meer zullen meemaken omdat we de afgelopen drie dagen eigenlijk alles wat er in Alaska te beleven valt meegemaakt hebben. We gaan om 11:00 een dagtocht maken. Bij het omkleden hoor ik gekraak in het bos. We hebben ons eten in het bos in de boom gehangen. Ik roep: "Pieter ben jij dat?". Hij antwoordt bij zijn tent: "Nee!". Sien staat aan de waterkant bij de kajaks. Bear warning! Wij roepen wat, maar het gekraak houdt aan en komt dichterbij. Ik kan nog net bij mijn tent voor de peper spray, maar laat mijn camera liggen. Daarna komt er een kop van een zwarte beer uit de struiken, op 5 meter afstand van Sien's tent over het berenpad. We maken flink kabaal en de beer vervolgt langzaam zijn weg via het strand. Ik sluip naar mijn tent voor mijn camera voor de foto 'beer bij tent'. De beer blijft af en toe staan om ons waar te nemen. Dit doet ons besluiten om maar even geen geluiden meer te maken, zodat de beer vooral doorloopt. Wij voelden ons meer bedreigd dan de beer. Het hele schouwspel moet opgemerkt zijn door een klein zeiljacht dat net voor anker is gaan liggen. Ik kan de beer nog een hele tijd vanaf het water volgen. Ik anticipeer op zijn route langs het strand en ga stil liggen. De beer heeft een vaste route. Duikt af en toe het bos in als het strand versperd is door een kaapje. Bij een grasveldje houdt hij halt en doet zich tegoed aan het gras. De beer kijkt af en toe op, naar gaat gewoon verder met eten. Sien en Pieter zijn inmiddels bijna uit het zicht verdwenen. Ik laat de beer verder met rust. Met zoveel provocerend springende zalmen wil Sien gaan vissen. Maar gezien de berensituatie is het bakken van zalm hier misschien niet zo een goed idee. We varen de linker arm van Dundas Bay in en zijn om 13:30 aan de westzijde. Er licht nog sneeuw (lawine) tot aan de waterlijn. Verder naar het zuiden komt met het afgaande water een getij vlakte tevoorschijn. In de verte is Taylor Island herkenbaar. We zitten aan de andere zijde van de plek waar we gisteren waren. De baai wordt gevoed door een gletscher rivier. Het water kleurt grijsgroen van het gletscher stof. Bij zonnig weer zou dit een prachtige turkoois kleur opleveren. We hebben het idee dat we op een bergmeer varen, maar dan wel met zout water. Het water is spiegelglad en reflecteert de bergen en de zeekajaks. Midden in de baai kan ik het marifoon weerbericht van Yakutak (WX-2) ontvangen. Voor donderdag worden small craft advisories gegeven voor Glacier Bay, Icy Strait en buitengaats van Cape Ommaney tot Cape Fairweather. We zitten hier lekker beschut. De zon komt langzaam tevoorschijn. Bij de tenten is het bakken van de hitte. We hebben hier last van muggen, midges en horzels tegelijkertijd. Er is een beekje niet ver van de tenten. Perfecte kampeerplek, zolang je maar naast een berenpad staat en tegen een insectenbeetje kan. De planning van morgen wordt volledig bepaald door het tij en het weer. We willen om 04:00 op het water zijn, zodat we de oversteek van Icy Strait naar Lemesurier Island 's-ochtends kunnen maken. Anders moeten we laat vertrekken met kans op aantrekkende wind in de middag.

Vrijdag 9 juli (Dundas Bay - Lemesurier Island; 28 km)
Om 02:00 wordt ik gewekt door Sien. Een paar seconden later schakelt de tijdschakelaar mijn radio op FM-ruis. Een wereldontvanger is hier slechts beperkt bruikbaar. Meestal ontvang ik niets. Ook geen kortegolf of middengolf. Op dit tijdstip is het nog donker. Het regent. Mijn neopreen pak heb ik strategisch neergelegd tegen de beren; nat dus. Mijn truitje hangt onder een boom en is wonderwel droog. De midges en muggen zijn VERSCHRIKKELIJK. Het ergste wat ik ooit heb meegemaakt. De melk voor de muesli zit al snel vol met zwarte puntjes. Ondanks, of dankzij, de midges toch om 04:00 op het water. Ook hier zijn we niet veilig. Om de midges kwijt te raken moet ik hard varen, hard remmen en dan van koers veranderen. Uiteindelijk zijn we dan toch verlost van de midges. Weinig mensen zullen dit tijdens een vakantie willen meemaken. Zo zullen bepaalde gebieden in Alaska gelukkig gevrijwaard blijven van massatoerisme. Het regent nog steeds. Onderweg fantaseren we over de zwemmende beer. Misschien is hij weer met een oversteek bezig en komen we hem weer tegen. Om 05:30 bij het laatste strandje voor Pt. Dundas. Het is bijzonder koud. Ik trek alles aan wat ik heb. Drie lagen truitjes en een col. Het weerbericht voor Icy Strait is E 15 knots. Buitengaats nog steeds small craft advisory SE 25 knots. Om 05:45 vertrekken we voor de oversteek van Icy Strait naar de NW-punt van Lemesurier Island. De noordelijke doorgang heet, toepasselijk, North Passage en de zuidelijke doorgang South Passage. Zodra we de beschutting van Pt. Dundas verlaten hebben krijgen we O-4 schuin van voren. Ik laat het roer zakken. Dit is niet het moment om overdreven sportief te varen en energie te verstoken. In het laatste stukje voor de NW-punt van Lemesurier Island krijgen we versterkte wind tegen door afbuiging langs het eiland. Om 07:30 een drijfpauze in de luwte van het eiland. Ik spons mijn kuip. Mijn spatzeil lekt. Het water loopt naar mijn zitje dat geen afwatering heeft. We hebben vanaf nu volle vloedstroom mee. Om 08:30 bij Iceberg Pt. De stroming is 'slechts' 2,4 knopen. We varen door stroomrafelingen en paddestoelen. Verder uit de kust zien we kleine brekers van een tidal race. Er staat weinig deining. We varen aan hoger wal en er staan nauwelijks golven. Om 09:00 bij Willoughby Cove. Het huisje op die plek staat nog niet op de zeekaart. Ik dacht dat we dus op de plek waren waar op de zeekaart twee huisjes staan, die er nu niet (meer) staan. We zijn dus verder dan ik had verwacht. Ik moet dus meer op het landschap letten. De eerste kampeerplek blijft niet droog. We varen een stukje langs de kant terug. De tweede vlakke plek heeft een berenslaapplaats op het zachte mos onder de bomen. Volgens Sien stinkt het naar vette varkenslucht vermengt met Artis geur. De derde poging, Jack's Cove, is raak. Het is een aardbeienveldje waarvan de vruchten nog niet rijp zijn. Sien proeft er één en zegt dat ze al zoet zijn. Dit wil ik niet weten, want beren zijn gek op zoetigheid. Ons plekje is ook dit keer weer onvermijdelijk in de buurt van berenpaden. Vlakbij een echte riviertje met daarnaast een kaalgevreten en geplet stukje gras. Kortom Lemesurier Island is ook een bereneiland. Alaska is niet een plek om tot rust te komen. South Passage wordt druk bevaren. Bij vloed in oostelijke richting. Bij eb in westelijke richting. Er vliegen regelmatig watervliegtuigen over. Ze vliegen allemaal 'op zicht' en het eiland is een duidelijk baken. Wat een herrie. En dan heb ik het nog niet eens over het kabaal van visarenden, raven, springende zalm, zeeleeuwen en walvissen. Ebstroom of niet, om 12:00 komen orka's in groepjes van twee tot vier stuks voorbij. Enkele hebben een zeer grote rugvin (mannetjes). Wat een schouwspel. Wel op grote afstand, maar ze kunnen bijgeschreven worden in het lijstje. Van een lezing op de veerboot weet ik dat dit zogenaamde 'transient pods' zijn. Aan de vorm van de rugvinnen kan je zien dat het een groep is die geen vast territorium heeft. Nabij Seattle bevinden zich een aantal 'resident pods'. Deze dieren zitten het hele jaar in een bepaald gebied. Het zijn vooral de 'resident pods' die populair zijn bij de walvis toeristen. We hebben vandaag met een behoorlijk tempo gevaren, hoewel Sien met de harde wind tegen eventjes klaagde over haar pols. Zo'n 15 zeemijl gevaren in 5 uur. Met twee korte pauzes toch mooi 3 zeemijl per uur. Wel stroom mee, maar ook flinke wind tegen. Een prestatie! Ondanks dat we al een hele dagtocht achter de rug hebben, nu pas lunchpauze. Na de koffie hebben we nog een hele vrije middag. Pieter en Sien stellen voor om vanaf Hoonah niet binnendoor met een overdraging naar Tenakee te varen. Zij willen liever buitenom via Chatham Strait. Een keuze die ingegeven is door de verschrikkelijke ervaring met de midges vanochtend. De moerasachtige getij vlakte bij de overdraagplaats is gegarandeerd weer vergeven van de midges. Na Glacier Bay is dit al de tweede voor de hand liggende kajak bestemming in Alaska die uit onze plannen wordt geschrapt. Het tweede gedeelte van onze tocht, na vertrek van Sanja, is nu volledig 'off the beaten track', zoals Pieter het ongeveer verwoord. Ik heb mijn spullen in het riviertje gewassen. Daarna schrijf ik in mijn dagboekje totdat mijn ogen dichtvallen. Om 15:30 ga ik weer verder. Ik reken maar weer eens onze nieuwe route uit. We hebben voldoende speling. Het is weer gaan regenen. Even is er nog 'Bear Alert' na gekraak in het bos, maar een beer laat zich niet zien. Het is warm (!?) Wat een verschil met vanochtend. Ondanks de regen drogen mijn spullen onder de bomen. Morgen staat Pt. Adolphus op het programma. Dit zou DE plek zijn voor het zien van bultrug walvissen. We zijn vanaf Elfin Cove al behoorlijk verwend.

Zaterdag 10 juli (Lemesurier Island - Pt. Adolphus; 18 km)
Ik ben om 05:00 wakker. Het regent. Vertrek om 08:00. Met een koers van 80 graden kiezen we voor een brede oversteek. Zodra, uit de luwte van het eiland, een oostelijke wind met kracht 4 opsteekt wil Pieter al naar de kant voor een kampeerplek. Dit omdat we nabij Pt. Adolphus alleen maar lager wal hebben. Naar de kust (Goose Island) op 120 graden vind ik prima, maar ik hoop toch op een kampeerplekje bij Pt. Adolphus. De wind gaat gelukkig liggen en we gaan weer 80 graden varen. We komen aardig in de buurt van de markering die we om 10:05 passeren. Sien gaat vissen en heeft weer snel beet. Deze zalm is groter dan de eerste vangst. De wind wordt met vlagen harder. Om 11:45 de eerste pauze net vóór Pt. Adolphus. We hebben dan net al fonteinen van uitademende walvissen gezien. Vlak onder de kust zwemmen drie orka's. Helaas ook veel bootjes. Het gaat als volgt. Je ziet een walvis voor de eerste keer. Na de tweede keer komt er een bootje op afgestormd. Daarna zie je niets meer. Sommige bootjes doen het beter. Die liggen voor anker of laten zich meevoeren met de stroming. Wat ook bijzonder storend is, is een vissersboot die een enorme herrie maakt met een generator. Het bootje is een stipje op zo'n 4 km afstand, maar het geluid draagt hier zeer ver. Zoals gezegd, voor je rust moet je hier niet zijn. We kunnen een plekje uit de wind vinden. Het is koud. Pieter vraagt of ik de temperatuur wil schatten. Ik zeg 15 graden. Pieter's thermometer geeft 15 graden aan. Het is hier volgens mij, en volgens de thermometer van Pieter, altijd 15 graden. Afhankelijk van de zon, regen en wind is het altijd veel te koud of veel te warm. Ik heb weer eens al mijn lagen kleding aan en een regenbroek over het neopreen. We zien op een gegeven moment een hele groep boomstammen drijven. Met Sien's verrekijker blijkt dit een vloot van negen tweepersoons kajaks te zijn. Zij laten zich met de ebstroom meevoeren langs Pt. Adolphus. Even later gaan zij een kilometer van ons vandaan aan land pauzeren. Ondanks de oostenwind staat er geen branding. De eerste geschikte plek is al gekaapt, vermoedelijk door die groep kajak vaarders. Een uitgespreid plastic zeil met stenen verzwaard markeert hun kamp. Even verderop vinden wij een geschikte plek. Onze tentjes staan net boven de hoogwaterlijn op het gras. Tijdens het opzetten van de tent zwemmen orka's voorbij. Daar hebben we niet lang plezier van omdat een bootje op hoge snelheid naderbij komt. Stelletje klootzakken. Een vuurtje is een probleem met alleen nat hout. Ik ga op zoektocht en vind enige overhangende rotsen met droge takjes. Skunk cabbage kan ik niet vinden. De bodem hier is rotsachtig en erg droog voor een waterminnende plant. Ik hoor ademstoten. Ik ren uit het bos en zie nog net een groep orka's voorbij zwemmen. Ik ben te ver van mijn tent en kan dus niets fotograferen. Sien houdt de gevangen zalm omhoog voor een foto, voordat deze aan de waterkant wordt schoongemaakt. Het is wederom een vrouwtje. We zetten het windscherm op. Aan mijn sneeuwharingen heb ik niets. Deze had ik naast mijn gewone tentharingen als zandharingen meegenomen. In het grind blijven ze echter niet steken en verbuigen slechts. Sien heeft speciaal voor dit soort situaties enkele driehoekige lappen doek met een haakje. De lappen worden verzwaard met stenen en grind en vormen zo een alternatief voor een haring. Ook nu weer eerst ons normale eten. Het is lastig om zonder de skunk cabbage de zalm gelijkmatig gaar te krijgen. Het is verrukkelijk. Daarna koffie van Pieter en de laatste chocolade van Sien. Bij het andere kamp zitten ze ook aan een kampvuur. Even later komt daar een solo kajak vaarder aan. Ik zie dat hij even een praatje maakt en vervolgens naar zijn weerradio luistert. Een zogenaamde 'weather radio' is een kleine radio met daarop uitsluitend de 10 VHF kanalen waarop de National Weather Service 24 uur per dag weerberichten uitzendt. Dit is een alternatief voor een marifoon als het gaat om ontvangst van weerberichten. Je kunt ze al kopen voor $ 30. Even later vaart hij verder. Vlak onder de kust staat een tidal race met kleine brekende golven. Later verplaatst dit zich verder op zee. De solo vaarder is ervaren, want hij vaart snel midden in de race en gaat met volle stroom ervandoor. Onze informatie rept met geen woord over deze tidal race. Midden op Icy Strait is de ebstroom maximaal 1,2 knopen; de vloedstroom maximaal 0,2 knopen. Het verklaart wellicht de ervaring van Jan Vermont die hier vorig jaar geweest is. Zij werden met een bootje overgevaren en voeren bij harde wind door zeer ruw water. Onze informatie geeft wel aan dat door opwarming 's-middags een zeewind opsteekt die door de kustvorm (kustgebergte) en ligging (oost-west) flink kan aanwakkeren.

Zondag 11 juli (Pt. Adolphus)
Om 06:30 is het al raak. Ademgeluiden van langszwemmende walvissen. Even later weer de bekende kanonschoten. Ik rits de tent open en zit eerste rang. Vanuit mijn tent zie ik een walvis uit het water springen en met de flippers slaan. Kortom het hele programma. Helaas is mijn telelens van binnen beslagen. Het duurt even voordat ik foto's kan nemen. Gelukkig komt de walvis steeds dichterbij zijn kunstjes vertonen. Op het strand voor onze tenten heeft zich de andere groep kajak vaarders verzameld. Ik hoef de tent alleen even uit om een rietstengel uit beeld te buigen. Gelukkig kan ik toch nog enkele foto's nemen. Ik maak een praatje met één van de kajak vaarders. Dit is voor hem het begin van de vakantie. Drie dagen Pt. Adolphus vanuit een basiskamp. Ze hebben geen kajak ervaring. De gids heeft de deelnemers voorzien van de juiste kleding. Allen hebben laarzen, een jollenbroek en een zuidwester. De man verteld dat in het bos een toilet staat. Dit is een houten kist met een gat. Ze moeten het toiletpapier in een zakje stoppen en afgeven aan de gids. Dit is een zo populair gebied dat aan met gidsen georganiseerde tochten bepaalde milieu eisen gesteld worden. Ik kan mij daar iets bij voorstellen. Dit is DE plek voor walvis toerisme en in het hoogseizoen zijn hier waarschijnlijk dagelijks groepen mensen aan het kamperen. Maar de Amerikanen zijn hier zuinig op hun natuur, want ik vind slechts één zakje met afval in het bos. Op het strand is alleen een groot plastic luik van een schip aangespoeld. Het weerbericht voor vandaag voor Icy Strait is SE 20 knots. Voor Glacier Bay geldt een small craft advisory. Vanaf morgen weer een hoogdruk gebied. De stroming gaat vlak langs het strand en regelmatig komt er een zeeleeuw voorbij. Het regent van 08:00 tot 12:00. Het waait hard. Het windscherm wordt weer opgezet voor ontbijt, lunch en koffie. Sien en Pieter taaien na de lunch af. Pieter haalt nog wel even water voor mij. Ik ga op weg naar wat ik denk dat het echte Pt. Adolphus is. De walvissen laten het afweten. Ik doe een poging om de kaap te ronden, maar dat vereist te gevaarlijk klauterwerk. Als ik terugloop zie ik hoe twee kajaks door een bootje op het strand worden afgezet. Het blijkt een tweepersoons en een eenpersoons kajak te zijn. Als ik langsloop zijn de bezitters druk bezig met het opzetten van de tenten in het bos. Blijkbaar zijn hier voldoende kampeer mogelijkheden. Belangrijk om te weten, want het strand is hier vaak te smal. De grote groep is vertrokken. In het bos vind ik veel plekken voor een tent. Er is ook een beekje vlakbij. Terug bij de tent rust ik tot 18:00. Het laatste weerbericht meldt W 20 knots en nog steeds een hoogdruk gebied. We draaien het windscherm omdat de wind al is gedraaid. Ik heb eindelijk weer een Lipton standaard maaltijd. Niet echt lekker, maar wel constant qua bewerkelijkheid; één zakje en klaar. Vanaf de koffie komen de walvissen weer voorbij; dicht langs het strand. Voor het strand wordt het snel diep. Vooral een hele grote walvis valt op, omdat deze regelmatig langszwemt; heen en weer. Daarna een groepje van drie, waarbij ik mijn ogen niet geloof. Ze zijn iets aan het doen, waarvan ik dacht dat ik het alleen in documentaires kon zien; 'bubble-netting'. Vlak voor onze de tenten. Ze vangen scholen krill of visjes (haring). Eén walvis stoot rondom een school luchtbellen uit. De opstijgende cirkel luchtbellen drijft de krill of visjes bij elkaar. Vervolgens zwemmen de drie walvissen naar de oppervlakte en met opengesperde bekken is het hap slik en weg. Eventjes hebben we het schouwspel voor ons alleen. Maar al snel komt een toerboot onze kant op. De kapitein heeft verstand van zaken. De boot nadert het laatste stukje heel langzaam en de walvissen worden niet gestoord. Het schouwspel herhaalt zich vele malen. Ademen, duiken, happen. De walvissen drijven langzaam in oostelijke richting af. Ik kan ze langs het strand blijven volgen. Ik maak de ene foto na de andere. Helaas wordt het al schemerig en op een bepaald moment heb ik te weinig licht voor tele-opnamen. Maar met al die foto's moet er wel een goed plaatje bij zitten. De zeeleeuw komt ook weer even langs. Morgen gaan we richting Hoonah. Met volle stroom, en hopelijk wind, mee. In de tent het geruststellende ademgeluid van passerende walvissen. Sien beschrijft het later als in slaap dommelen waarbij het geluid van de branding zich vermengd met het geluid van de ademende walvissen. Bij het wakker worden geldt hetzelfde. Branding dat opeens toch een walvis blijkt te zijn. Kortom slapen gaan en wakker worden met bultrug walvissen.

Maandag 12 juli (Pt. Adolphus - Scraggy Island; 25 km)
Om 04:00 wakker van een walvis. Gepland vertrek was 08:00. Sien heeft zich verslapen en het wordt 08:30. Hierdoor wel relaxed kunnen inpakken en kunnen kijken naar de langszwemmende walvissen. Hop in de tidal race en even later een glimp van orka's. Helaas te ver weg. Ik heb vandaag mijn tele-camera in een waterdichte zak onder mijn spatzeil. Het regent en het is wat hobbelig dus ik waag mijn camera er niet aan. Ook komt een bultrug ons tegemoet. Met de camera in de aanslag laat die zich echter niet meer zien. We varen voorbij een markering en realiseren ons nu pas dat we helemaal niet voorbij Pt. Adolphus gekampeerd hebben, maar net ervoor. Achteraf gelukkig maar, want onze plek was eerste rang. We varen uit de kant om geen last van keerwaters te krijgen. De indrukken van Jan Vermont worden verder bevestigd door de tidal races en keerwaters die we tot en met Pinta Cove tegenkomen. Leuke effecten, maar beheersbaar. Om 09:30 bij Pinta Cove. De laatste walvis gezien? Sien klaagt over de regen. Pieter begint over de tegenwind! Ik ga maar dicht onder de kust naar Eagle Pt. varen. Het uitzicht is daar minder grijs. Ik heb de stroom daar wel tegen. Bij Burger Pt. komen we weer samen en ik hoor Sien fantaseren over cheeseburger, hamburger en elke andere burger die ze kent. Het is nu vrijwel windstil, maar zelfs het zuchtje wind maakt het koud. Pauze tot 12:10. We willen in de buurt van Hoonah kamperen. Kandidaten zijn Hoonah Island, iets te ver van Hoonah, en Halibut Island. Hoonah Island heeft geen strandje en Halibut Island heeft uitzicht op kaalslag. Ik heb een wild plan: 'kajak dineren' in Hoonah vanuit een vast kamp. De perfecte plaats blijkt Scraggy Island te zijn. Dit kleine eiland bestaat uit twee beboste gedeelten verbonden met een grindstrand dat bij hoogwater onderloopt. Het plan van het diner vervalt al snel. De zon begint te schijnen en alle uitrusting wordt op het strand uitgespreid. Het wordt snel heel erg warm. We vinden een zakje tentharingen van een kajak vaarder die zijn tent net boven de hoogwaterlijn had neergezet. Vermoedelijk de solo kajak vaarder die we bij Pt. Adolphus hebben gezien. Voor ons geen goed plekje, want het water komt vannacht weer een stukje hoger. We laten de haringen op dezelfde plek achter. Mocht de kajak vaarder zich herinneren waar die ze gelaten heeft, dan kan die ze weer terugvinden. Pieter en ik zetten onze tenten zo hoog mogelijk in het gras en riet. Pieter ontlokt dit de Nederlandse spreuk: "liever niet in het riet!". Sien is avontuurlijker door hetzelfde plekje als de solo kajak vaarder te gebruiken, maar dan een halve meter verder. Bij super springtij zullen onze plekjes het niet droog houden. Ik loop rond het eilandje. Dit is niet moeilijk bij laag water. Er zoemt wat langs. Kolibries, of zoals ze hier heten: Hummingbirds. Naarmate we dichter bij Juneau komen wordt het verval groter. Vandaag is het hier al zo'n 6,8 meter. Inmiddels zijn al mijn spullen droog. Zelfs mijn sokken zijn sinds Elfin Cove weer droog. 's-Avonds bij het eten zien we in de verte bij Eagle Pt. walvissen. Het is windstil en helder en de hoge fonteinen duidelijk te herkennen. Het plan is nu om morgen naar Spasski Bay te varen. Even is er het plan om via een trail vanuit Spasski Bay naar Hoonah te lopen. Maar de afstand van zeven landmijlen schrikt ons af. We hoeven nu iets minder rekening te houden met het tij voor wat betreft de stroming. 's-Nachts om 01:15 nog even wakker geworden. Het blijkt precies hoogwater te zijn. Ik hoor dat het water vlakbij is, maar ik hoor geen paniek bij Sien, dus het zal wel goed gegaan zijn. Een set golven houdt mij even uit de slaap.

Dinsdag 13 juli (Scraggy Island - Spasski Bay; 21 km)
Vandaag een bezoek aan Hoonah voor inkopen. In Hoonah landen we achter de aanlegsteiger voor watervliegtuigen. Perfecte locatie omdat de supermarkt en een waterkraan dichtbij zijn. Voor het eerst sinds Sitka zien we auto's en stinkt het naar uitlaatgassen. In de supermarkt worden chips en chocolade ingeslagen. Ik koop nog een pint Hagen Das ijs. Op de watervliegtuig steiger wordt geluncht. Ik meldt terloops een walvis vlakbij de ingang van de jachthaven. Het maakt bij Pieter en Sien al geen indruk meer. Ik turf alweer een walvisdag. Terwijl ik van het ijs geniet gaan Pieter en Sien op zoek naar een slijterij voor bier. Ik ben zelf ook nog even snel het dorp ingelopen tot de jachthaven. Ik kan geen echt centrum ontdekken. De overkant van Hoonah ziet er troosteloos uit. Massale kaalslag. We vertrekken om 14:00. Bij Cannery Pt. zien we een walvis vlakbij. Ik breng mijn camera in gereedheid en kom daardoor iets achterop te liggen. Vlakbij Pieter en Sien duikt de walvis een aantal keren op. Ik baal. Sien en ik gaan aan land voor het nemen van foto's. Vlakbij Pieter komen drie open bekken uit het water. Ze zijn weer bezig met bubble-netting. Blauwe lucht, contrastrijk water en hopelijk eindelijk de perfecte foto's. Eén minpuntje is de kaalslag die soms in de zoeker verschijnt. De walvissen zwemmen steeds verder Port Frederick in en wij gaan ook weer verder. Gelukkig staan er keerwaters tot Spasski Bay en windkracht 4 mee. Prachtig weer. We varen eerst naar een strand in het zuiden van de baai. Aankomst 17:30. Hier zijn zeer veel verse berensporen in het hoge gras en op het strand. Het is bovendien een langzaam aflopend strand. Het is nu springtij. Niet handig als we met laag water moeten vertrekken. Gelukkig is er aan de NW-zijde nog een zeer stijl grindstrandje. Ideaal. In eerste instantie willen we onze tenten opzetten in een veldje menshoge berenklauw, maar dat is toch niet zo handig. Het water komt vandaag net zo hoog als gisteren dus een rietveldje blijft droog. Iets verderop staat een hutje en ligt een vissersbootje voor anker. Bij de koffie heerlijk gebak van Sien. Ik kom dus niet meer aan mijn zakken chips toe. We horen gekraak in het bos, maar na wat geschreeuw van ons houdt dat op.

Woensdag 14 juli (Spasski Bay - Whitestone Harbor; 20 km)
We hebben het wederom droog gehouden ondanks water vlak bij de tent, volgens onze oren. Ik ben een tentharing kwijt. Ik zoek mij rot, maar tussen de rietstengels is het als het zoeken naar een speld in een hooiberg. We starten om 09:00. We hebben zoveel tijd voor deze 18 km dat ik voorstel om via een paar rotseilandjes in Icy Strait te varen. Het tempo is lekker en met de golven mag het weer kajak varen heten. Als ik om 10:15 bij de eilandjes ben en ik een foto wil maken kijk ik recht in de bek van een happende walvis op 100 meter afstand. Als dit ook bubble-netting is, dan kunnen de walvissen dat dus ook in hun eentje. Als ie weer duikt wacht ik even. En ja hoor weer een open bek. Pieter is inmiddels achter een eilandje verdwenen en ik sprint naar hem toe. Ik moet nog even een diarolletje vervangen. Ik heb nu nog één lege dia film over. Dankzij de walvissen en de beren zijn de rolletjes er toch nog hard doorheen gegaan. De ochtend is bewolkt begonnen, maar de zon breekt nu door. Met de wind en golven in de rug denderen we voort. Af en toe zijn de bakken te verleiden tot een surf. Ook even een stukje met hogere golven door stroming en/of ondiepte. Om 13:30 in Whitestone Harbor. Het is zo warm, dat ik besluit om te gaan zwemmen. Dit is tevens de eerste echte wasbeurt sinds Elfin Cove. Sien is helaas twee van de beste vishaakjes kwijt geraakt. Ons pauzeplekje blijkt de beste kampeerplek. Een zandstrand bij laag water en vlakke open plekken in het bos. Ik maak een wandeling met als enige doel: visarenden. Ik wil eindelijk eens foto's maken van deze vogels bij een helder blauwe lucht met het goede licht. En ziedaar, drie visarenden geven een doorlopende voorstelling met perfecte licht condities. Ik beweeg met 1/1000 en 1/2000 mee met laag overvliegende visarenden. De laaghangende zon geeft de zwarte veren een gouden tintje. Met al deze dia's moeten er toch een paar hele mooie bij zitten. Mijn telelens zit steeds vaker even vast. Ik hoop niet dat deze defect is. Ik vreet mij vol aan chips, avondeten en donaties. Morgen is een 'open einde'. Bij de planning wordt besloten om te proberen tot Iyoukeen Cove te komen, maar False Bay is ook goed. Afhankelijk hoe ver we komen hebben we de dag daarna een rustdag. Het marifoon weerbericht vanuit Juneau is een ramp. De verwachtingen voor de diverse zeegebieden worden slechts sporadisch uitgezonden. Voor de rest onafgebroken weerberichten van het actuele weer in de diverse plaatsen van southeast Alaska. Van dit gedeelte van de route hebben we, behalve een kleinschalige overzichtskaart, geen informatie. We waren oorspronkelijk niet van plan hier te gaan varen. Voor mij een vreemde situatie om volledig onvoorbereid te gaan varen. We hebben geen stroming gegevens meer. De exacte tijden van hoog water moeten we gokken omdat we geen correctiefactoren hebben ten opzichte van Juneau. Deze baai heeft een koelschip. De wind draait en we horen een generator. Het is ook een komen en gaan van vissersbootjes. Op de andere oever is iets wat op een weg lijkt. Er komt zelfs even een personenauto langs. Het kan niet anders of er zijn wegen aangelegd om de gekapte bomen af te voeren naar Hoonah.

Donderdag 15 juli (Whitestone Harbor - Iyoukeen Cove; 27 km)
Een onrustige nacht. Het koelschip en de langsvarende vissersbootjes houden ons uit de slaap. Om 04:00 schreeuwt Sien: "Beren!". Ze is wakker geworden van varkensgeknor. De beer in kwestie schrikt zo van de plotselinge geluiden, dat ie het op een lopen zet. Pieter kan 'm nog net zien wegrennen over de steile boshelling. Pieter verteld dat hij ook iets over aluminium platen heeft horen lopen. Deze platen zijn restanten van een hutje vlakbij de tenten. Volgens de waarnemingen was het een kleine grizzly beer. Ik heb 'm niet gezien. Ik kwam uit een diepe slaap en het duurde even voordat ik mijn tent open had. Vertrektijd is 09:30. We hebben wind en stroom mee. We schieten aardig op. Om 10:45 bij Pt. Augusta. We zien een beekje en stoppen even voor het tappen van water. Even later komen we bij een perfecte pauzeplek. We lunchen naast een mooi beekje. En ja hoor ook vandaag weer een walvis. We vertrekken om 13:00. Bij de oversteek van False Bay volgt de walvis ons langzaam op enige afstand. Om 14:45 komen we aan bij het brede grindstrand van Iyoukeen Cove. We hebben erg veel ruimte. Het strand loopt dood op een rotswand. Het kan dus geen doorgaande berenroute zijn. Het is zonnig en warm. Even verder mondt een riviertje uit in de baai. Ik kan mijn spullen weer eens spoelen. Pieter en ik denken dat Sien ons in de maling neemt. Sien vertelt van een beren observatie platform en een waarschuwingsbord. Het opschrift luidt: "Don't feed the bears; the last thing they eat is a bullet". Wij geloven haar eerst niet. Maar inderdaad, een vier planken breed pad verdwijnt vanaf het strand in het bos. Tijdens de zalm trek is dit dus een plek om beren te observeren. Bij het eten ophangen hoor ik walvissen ademen. Het zijn orka's. Natuurlijk weer net te laat en geen camera bij me. Ik kan nog net een glimp opvangen als ze de bocht omgaan richting Gypsum. Voor het eten me nog in zee gewassen. Tijdens het eten zwemt een walvis voorbij. Zeehondje. Veel vissen (zalm) springen uit het water. Visarenden en raven vliegen over. Na het eten met de camera het plankenpad gevolgd. Het pad loopt langs een kleine rivierdelta en over een moeras. Op het pad berensporen. Hoge bramenstruiken (salmonberries) flankeren het pad. Ik maak voldoende kabaal en zing wat. Tom's Diner ken ik gelukkig uit mijn hoofd. Eventuele beren zullen wel uit het zicht blijven. Ik hoor nog wel wat stenen van een helling vallen, maar zie geen beren. Het pad eindigt op een gravel weg. Weer zo'n weg die niet op onze kaarten staat. Naast de weg zijn papiertjes aan de bomen geniet met opschrift: "This sign marks the end of the clear-cut area". Hier en daar zijn al bomen gekapt. De weg zal wel tot Hoonah lopen. De weg loopt omhoog en geeft uitzicht op de prachtige baai. Morgen een rustdag.

Vrijdag 16 juli (Iyoukeen Cove)
Dit keer niet gewekt door beren. Om 08:00 ontbeten. De anderen slapen nog. Om 10:00 helpt Pieter mijn kajak te water te laten. Het strand is nu met laag water bijzonder breed. Ik wil een dagtocht maken richting Gypsum. Voor communicatie spreken we weer marifoon kanaal 77 af. Ik neem het laatste vishaakje van Sien mee. Wind in de rug. Gypsum is een verlaten nederzetting. Een rij verrotte palen markeert een oude aanlegsteiger. Op de kaart staat tussen haakjes (P.O.). Ik weet niet wat dit betekent. Ik trek mijn kajak op het grind en loop snel naar de riviermonding voor een dia. Het is opkomend water. Er gerust ben ik niet. Als ik terugkom drijft mijn kajak nog net niet. De wind wakkert aan tot 4 Beaufort. Ik besluit mijn geluk met het vissen te beproeven. Ik heb eenmaal beet, maar het is een klein visje en gelukkig werkt deze zichzelf van het haakje voordat ik 'm uit het water kan tillen. Daarna wil het maar niet lukken. Het is prachtig weer. Als ik in de buurt van ons kamp ben valt het mij op hoe moeilijk wij vanaf het water te herkennen zijn. De tentjes zijn nauwelijks herkenbaar en een puntje op het strand lijkt Pieter te zijn. Ik vis nog even door tot voorbij een kaapje. Hier blijft het haakje in het kelp steken. Shit. Ik wil het haakje redden. Echter de kajak valt zo sterk af, dat op de plaats keren onmogelijk is. Ik vaar een klein rondje en het lijntje staat steeds strakker tot het breekt. Ik vloek. Ik zal het haakje koste wat kost terug krijgen. Ik heb onthouden in welk kelp veldje het haakje is verdwenen. Als ik eindelijk na zeer veel moeite de kajak (teringboot) gedraaid heb en terug ben bij het kelp veldje begin ik met het verzamelen van kelp. Ik trek streng voor streng uit het water en leg dit over mijn kajak. Ik lig inmiddels wel goed verankerd ondanks de harde wind. Als ik bijna alle strengen in de buurt uit het water heb, glinstert daar het haakje aan een kelp blad. Ik ben blij. Zonder dit haakje zouden alle kansen op een laatste zalm zijn verkeken. Ik ben om 12:00 terug. Iedereen is in opperbeste stemming. De zon wordt zo warm, dat Pieter zijn windscherm met een extra, iets langere, tentstok alternatief opzet als zonnescherm. We vragen ons af of de bedenkers van dit type windscherm de vele gebruiksalternatieven hebben voorzien. We hebben nu al een windscherm, kooktent (combinatie van twee windschermen) en een zonnescherm (afdakje zonder windscherm). De extra materialen zijn een langere tentstok, wat scheerlijntjes en haringen. Als ik mijn kajak jack in de zon te drogen hang wordt ik beschuldigd van 'manipulatie'. Ik zou mijn jack 'bleken', zodat ik met zo'n verbleekt jack er lekker stoer uitzie. Hoe meer ik probeer mij te verdedigen hoe meer ik in de maling wordt genomen. Kortom het is gezellig. Ook vandaag horen wij weer het inmiddels vertrouwde geluid van een ademende walvis. Een zeehondje springt uit het water, net als vele vissen. Ik wil een springende vis op de foto vastleggen. Ik richt de telelens op een stukje zee en wacht geduldig af. Ik hoef niet al te lang te wachten als een visje midden in de zoeker uit het water komt. De veerboot vaart langs. We volgen deze tot die Tenakee Inlet invaart. Daar moeten we morgen naar toe. Pieter gaat een stukje wandelen en ziet een grizzly beer op het houten pad langzaam voor zich uit lopen. Volgens Pieter moet je iemand die niet wil/kan zingen naar Alaska sturen. De beer vervolgt het pad en Pieter keert om. Er zijn luchtspiegelingen. De kust in de verte wordt verticaal uitgerekt en lijkt opeens een steile kust. Dit is een onvergetelijke plek.

Zaterdag 17 juli (Iyoukeen Cove - Tenakee; 30 km)
Het is bewolkt en het weerbericht heeft het over 'weakening high pressure'. Het is dus gedaan met het mooie weer. Om 08:45 al klaar voor vertrek. Iedereen is maximaal op routine op deze laatste vaardag. Om 10:00 bij North Passage Pt., het lange schiereiland bij Freshwater Bay. Sien wil nog eenmaal proberen een zalm te vangen. Gelukkig dat het mij gisteren gelukt is het haakje te redden, want ze heeft direct beet. Routinematig wordt de zalm men een steen gedood en in een vuilniszak tussen de dekelastieken geklemd. Even later duikt een walvis onder in de buurt van de kajaks. Vandaag heb ik mijn tele-camera in een waterdichte zak in de kuip gelegd. Voor het eerst fotografeer ik de walvis vanuit mijn kajak. Hij heeft een verassing in petto. Met open bek komt hij uit het water; solo bubble-netting. Om 10:50 bij Tenakee Inlet. Sien en Pieter gaan midden in de zeearm varen. Ik vind stroom mee tegen wind en golven iets te nat varen. Ik ga dicht bij de kant varen. Net na Columbia Cove komen we om 11:45 weer samen. Hier hebben we pauze. Sien maakt de zalm schoon. Pieter maakt zijn bus peper spray leeg. Zijn versie is brandbaar en wil hij niet meenemen in het vliegtuig. Het laatste restje heeft weinig druk en Pieter heeft last van branderige ogen. Om 12:45 vertrekken we voor het laatste stukje. Het valt vies tegen, want we hebben wind tegen. Ik ga weer dicht onder de kust varen. Maar nu vind ik weinig beschutting. Langs de hele kust staan verspreide woningen. Dit kan echter nog niet Tenakee zijn. Pas bij een prominent schiereiland met een markering (Grave Island) zijn we er. We besluiten onze tenten aan de oostzijde op te zetten in de beschutting van hoge bomen. Hoog water is om 17:25. Het is nu 15:00. Het water stijgt dus nog. De kajaks moeten we hoger leggen. Gelukkig geen springtij, maar afnemend richting doodtij. Het volgend hoogwater zal lager zijn. Vanavond zalm, dus op zoek naar skunk cabbage. Het schiereilandje is inmiddels een eilandje geworden. De afritsbare pijpen van mijn broek komen nu van pas. Ik waad over een grindbank in kniediep water naar het 'vaste land' van Chichagof Island. Het stroomt flink over de ondiepte. In het bos vind ik, behalve berensporen, voldoende skunk cabbage. Met een arm vol bladeren terug naar het eilandje. Nu nog op zoek naar brandhout. Op het kleine eilandje is genoeg te vinden. Sien heeft snel genoeg brandhout verzameld. Professioneel wordt de zalm door Sien gefileerd, in moten gesneden en in skunk cabbage bladeren gerold. We eten eerst ons normale kostje. Daarna vuurtje stoken bij de waterlijn. Om snel houtskool te krijgen wordt het een intens vuurtje met veel kleine en korte takken. Voor de volgende keer moet ik onthouden om nat hout aan de achterkant van het vuurtje te stapelen, zodat het vuurtje niet wegloopt. Voorts moet het stalen roostertje boven het vuur kunnen liggen. We smullen van ons feestmaal. Koffie met chocolade van Pieter. Na het eten is de landbrug weer droog. We wandelen samen naar het dorpje om de vertrektijd van de veerboot te controleren. Bij de jachthaven ligt een klein stoomschip weg te rotten op het strand. Overal nog koperen pijpen. In Nederland zou het schip al snel gestript zijn van waardevolle spullen. Een bord attendeert de jachteigenaren om geen afval van boord te halen, omdat dit dorpje geen geschikte afvalverwerking heeft. Voor blikjes en glas zijn verzamelpunten ingericht. Al het brandbare afval wordt op het strand naast de jachthaven verbrand. Een afvalverwerking zoals we dat ook in Elfin Cove aantroffen. Brandbaar is een rekbaar begrip getuige de vele geroeste conservenblikjes op het strand. Het pad door het dorp wordt geflankeerd door vele bessen struiken. We plukken salmonberries, als toetje zeg maar. Het is een zeer pittoresk dorpje. Ik ben hier in 1991 geweest maar ben toen niet verder gekomen dan het postkantoor bij een korte tussenstop van de veerboot. Toen was het dorpje als verlaten. Nu is er veel volk op straat. De veerbootsteiger heeft geen kantoortje. Navragen leert dat je aan boord een kaartje moet kopen. Maandag dus pas. Op de steiger wacht een stel kajak vaarders. Ze komen uit Albuquerque, New Mexico. Ze hebben hun eigen kajak (een Solstice en een Solstice GT) helemaal naar Prince Rupert gereden en zijn vandaar met de veerboot naar Juneau gereisd. Ze zijn van Juneau uit in acht dagen via Hoonah en de overdraagplaats naar Tenakee gevaren. Een wegwijzer naar het Blue Moon Café is hoopgevend, maar het cafe is al gesloten. We wandelen naar het westen tot voorbij de bibliotheek. Onderweg allemaal houten huisjes. Het ene nog mooier of ouder dan het ander. Het wordt donker, maar om de 100 meter is er straatverlichting. Vroeger heette het dorpje Hoonah Hot Springs. Maar toen te vaak post verkeerd werd bezorgd werd het dorpje omgedoopt tot Tenakee. Het badhuis staat aan het begin van de veerboot steiger. Het badhuis heeft aparte openingstijden voor mannen en vrouwen. 10PM-9AM mannen; 9AM-2PM vrouwen; 2PM-6PM mannen; 6PM-10PM vrouwen. Als we terug zijn bij de landbrug is het water ver weg. Gelukkig hebben we maandag hoog water voor de laatste kilometer naar de veerboot steiger.

Zondag 18 juli (Tenakee)
Rustdag. De grote opruimwoede begint. Zwemvest leegmaken, spulletjes uitzoeken, etc. Om 09:00 ontbijt en naar het dorp. Langs de dorpsstraat staat een waterkraan. Voorts een soort bushokje met daarin afdankertjes, boeken en spelletjes voor wie het hebben wil. Sien ontdekt dat de gele salmonberries een aparte soort zijn. Ik dacht nog dat deze nog niet rijp waren. Dat denken velen waarschijnlijk, want de struiken hangen nog vol met de gele variant. Wat nog beter is, ze smaken zelfs lekkerder dan de rode. De gele zijn blijkbaar eerder rijp dan rode. Ik fantaseer even hoe lang het zal duren voor hier de beren de dorpsstraat op en neer lopen. Het winkeltje, Snyder Mercantile, is op zondag tussen 09:00 en 14:00 geopend. Ik koop een zak chips voor $ 5 en een pint Hagen Das 'vanilla/raspberry twist' ijs voor $ 6. Direct terug naar de tent voor de lunch. Van Sanja had ik nog een blikje tonijn. Dit maak ik nu op met hartkeks. De olie bij de vis maakt het een kliederboel. Het is wel lekker. Daarna ga ik er goed voor zitten. Genieten van een halve liter ijs. Daarna met volle maag richting badhuis. Onderweg toch weer smullen van de salmonberries. In het badhuis is een rechthoekige betonnen rand gemetseld om een gat in de rotsbodem. Hier borrelt het 100 graden Fahrenheit heet water op. Het is niet de bedoeling je in het bad te wassen. Hiervoor zijn naast de badkuip opengesneden wasmiddelflessen neergezet om je voor het baden te wassen en af te spoelen. Het overtollige water loopt uit het bad over de vloer door een gat in de muur op het grind strand weg. Ik ben alleen. Het Blue Moon Café is tot 18:00 open. Ik besluit de Indian River Trail te lopen tot aan de staalkabel hangbrug over deze rivier. Een foldertje over Tenakee meldt dat deze trail doorloopt langs de kust naar afgelegen huisjes, veelal vakantiewoningen tot aan Coffee Cove. Onderweg kom ik twee jongens tegen. Eentje heeft een geweer over zijn rug. Het foldertje meldt ook dat een dorpsraadpleging ertoe geleid heeft dat grootschalig toerisme wordt geweerd. Hier dus geen cruise schepen. Het dorpje behoudt zo zijn charme. Hoewel ik mij duidelijk herinner het er in 1990 uitgestorven was en dat de winkeltjes allemaal dicht waren. Nu zijn de winkeltjes open rond de aankomst en vertrek van een veerboot. Terug bij de tent zak chips open. Het is warm. Slaperig in de tent; fout. Tot 16:30 geslapen. Daarna gaan we bij elkaar zitten om chips te eten. Pieter heeft een zak superchips; 'heavy loaded' met weet ik niet wat voor ingrediënten. Ze liggen zeer zwaar op de maag. Om 18:00 eten en koffie. Ik wandel weer het dorp in en doe mij wederom tegoed aan de salmonberries. Op ooghoogte zijn de meeste al geplukt. Even bukken en onder de takken hangt een nieuwe voorraad.


© A.M. Schoevers

Een gecombineerd verslag van Sien van Meurs en Axel Schoevers is verschenen in NKB Mededelingen 2000/1 en 2000/2.