Stranden op Terschelling


Hans Orij had in de aankondiging gemeld dat 07:30 geen gebruikelijke verzameltijd is voor een tocht onder zijn leiding. Het had dus geen verrassing mogen zijn dat Hans van der Greft de avond voor de tocht mij opbelde dat Hans Orij "het zeer waarschijnlijk niet zou redden", aangezien deze zich ergens op een Duitse snelweg bevond. Hans deed nog een poging om de tocht af te gelasten, maar het weerbericht was te goed en het enthousiasme van de deelnemers te groot. Sommigen waren al onderweg. Voor het ronden van Terschelling moeten wind en tij gunstig zijn, iets wat niet al te vaak voorkomt.


Vrijdag 30 april 1999
HW Harlingen: 10:50
Zo tegen 08:00 is iedereen aanwezig en druk met inpakken van de zeekajaks. Hans doet nog een poging; dit zou geen Peddelpraat tocht zijn. Met 14 mensen "bekend bij de wad- en kustcommissie" en één "onbekende Peter" gaat deze vergelijking niet op. Tot mijn verrassing is ook Peter Hoek aanwezig. De laatste keer dat we samen met PP een tocht voeren was alweer een paar jaren geleden maar dat was er dan ook eentje om niet zo snel te vergeten. Peter is er snel bij om mij te vragen of ik nu weer een stukje voor PP wil schrijven. Ik kets snel af door te zeggen dat dit geen PP-tocht is. Om 08:45 steken we van wal, uitgezwaaid door enkele "Kampenaren" die een eigen tocht naar West-Terschelling gepland hebben. De Waddenzee is zo vlak als een spiegel. Bij de tonnen is de stroming duidelijk te herkennen als wervelingen in het anders zo vlakke water. Soms valt er zelfs al wat te surfen. Maar dat is dan wel in het kielzog van enige vaarders die zitten te keuvelen over de komende GRIMA. Enige zeehonden duiken na inspectie verschrikt weer onder. We zijn vroeg op het wantij. Na een korte pauze zetten we de reis voort richting West-Ameland. Bij het oversteken van het Westgat van Ameland worden de golven ondanks de zwakke wind onregelmatig; het stroomt dus lekker hard. Bij de WA-14 gaan we om 13:00 aan land. De sterke stroming gaat hier vrij dicht langs het strand. In het smalle stukje tot aan het strand zit een echt keerwater met duidelijke stroomlijn. Het is twee kilometer lopen naar de Camping. De kampeer uitrusting gaat mee met een taxi-busje. Twee deelnemers vinden het uitpakken van de zeekajak maar lastig (is ook zo) en besluiten met de zeekajak naar de camping te lopen. We komen elkaar vlak voor de camping weer tegen, dus in tijd scheelt het niet; wel in de kosten cq. de diameter van de wielassen van de kajak karretjes. Een lastige kostenafweging. Nadat ieder zich geïnstalleerd heeft wordt het tijd voor de planning van de volgende dag. Het aantal zeekaarten, stroomatlassen en getijdeboekjes dat op het gras worden uitgespreid is ongeëvenaard; inderdaad geen volledig verzorgde PP-tocht. Na het eten lopen we naar het dorp en komen precies op tijd voor de Hollumer Koninginnedag festiviteiten. Een hele stoet van versierde tractoren en boerenwagens komt voorbij. De jeugd heeft het naar zijn zin. In het centrum is het een drukte van jewelste. Nadat wij ons op een terrasje hebben geïnstalleerd komt de hele stoet weer voorbij. Nu zien wij slechts de achterzijde van de wagens (vandaar het lege terrasje) en proberen het thema van de wagens te raden. Als de stoet al lang en breed voorbij is komt er nog tweemaal een stoomtreintje voorbij; blijkbaar de aansluiting gemist.

Zaterdag 1 mei
HW Harlingen: 11:25
Het weerbericht geeft NO-3. De 45 km naar West-Terschelling moet onder deze condities niet al te moeilijk zijn. We vertrekken om 11:00 van het strand. Van een afstand zien we golven breken op een ondiepte. Zodra we het Westgat uit zijn valt op dat er lange en hoge deining uit het noorden staat. De golftoppen liggen ver uit elkaar; bij ondiepte dus hoge brekers! Ergens in het noorden heeft het niet al te lang geleden hard gewaaid. We volgen de boeienlijn tot de WA-7. Hierna hadden we het plan om een korte strandpauze te houden. Maar ja, niet echt handig met deze "gevaarlijke" deining. Bij de WA-5 een drijfpauze. Het is onduidelijk of het rondje wel mogelijk is. Bij de Noordwest-punt van Terschelling moeten we door Boomkensdiep. Is dit smalle geultje wel bereikbaar als er omheen overal golven breken? We besluiten in ieder geval door te varen tot de strandopgang bij Midsland. Hier aangekomen is de indruk dat we wel door de branding kunnen komen. In ieder geval zijn er twee brandingen te onderscheiden. Hans gaat eerst. Daarna volgen telkens groepjes van twee. Als het tweede groepje net weg is komen er enkele bijzonder hoge golven aan. En ja hoor brekers!. Er gaat er één om, maar komt met één vloeiende beweging weer boven. Ik besluit achter de hoge golven aan te gaan, omdat het wel weer even zal duren voor er weer zo'n set hoge golven aankomt. Ik kom, net als de anderen, probleemloos door deze branding. Maar vóór ons is de branding pas echt gemeen. Hoe het iedereen verging was niet te zien. Eén voor één verdwijnen ze achter een golfrug. Bij mij ging het lange tijd goed, totdat ik in een zeer steile surf geraakte. Klaar voor een hoge steun en sterk hangend naar de golf bleek de punt van de zeekajak al in het water verdwenen; geen houden aan dus. Natuurlijk kwam ik aan de "verkeerde" kant boven en bovendien aan mijn "slechte" kant. Na een korte inspectie boven water moest ik mij wel weer laten zakken. Nadenken, peddel naar de golven toe en rollen maar. Yes!, de tweede keer dat ik ooit tijdens een tocht omging en moest rollen kom ik zowaar boven. Twee maanden eerder wist ik niets beters te doen dan om te slaan (lage steun met verkrampte spieren), uit te stappen (mislukte rol; paniek), de boot los te laten (verkleumde handen) en muts kwijt (geen touwtje). Een complete afgang na een hele winter oefenen in het zwembad. Nu had ik het beter voor elkaar door mij vóór de branding nog even te realiseren dat ik in de branding wel eens om zou kunnen slaan. Eenmaal aan land bleken er (slechts) twee "zwemmers" te zijn. Beiden zijn enige uitrusting kwijtgeraakt. Vooral brillen worden verzwolgen. Bij een van de reddingen speelde de "onbekende" Peter het klaar te eskimoteren met anderhalve peddel! Ton bewees tijdens een redding het gemak van een wendbare zeekajak in de branding. Peter Hoek moest ver op zee een redding uitvoeren en het duurde even voordat de laatste twee aanlandden. De helft van de groep had het geluk en/of inzicht om "bongo-end" en zonder om te slaan aan te landen. Het was duidelijk dat wij niet meer van het strand zouden geraken. Hoewel, na de koffie leek het erop dat de branding was verminderd. Hoe nu verder? Bij de strandtent werd geïnformeerd naar een bedrijf met een grote kar. De fietsenverhuurder bleek te beschikken over het vereiste materieel. Bij de prijsafspraak gingen we ervan uit dat er slechts eenmaal gereden moest worden. Echter het hoogstapelen van beladen zeekajaks leek niemand een goed idee, maar 9 km wandelen ook niet. Hoewel het voor de vervoerder een klein kunstje zou zijn om zijn kar geschikt te maken voor meerlaags kajak vervoer is dit wellicht niet in zijn voordeel. Dus na twee keer rijden was iedereen op de camping. Op de camping komen we weer de "Kampenaren" tegen. Het vertrouwde Dellewal is helaas niet meer beschikbaar voor tentkamperen.

Zondag 2 mei
HW Harlingen: 11:55
We moeten nu 1 km verder lopen om bij het wad te komen. Heel stilletjes varen we richting Roptazijl. Een rondje Terschelling is (weer) niet gelukt. Dus... ik moet 'm nog steeds varen. Hans Orij krijgt van mij dan ook nog een herkansing. Deze PP-tocht die eigenlijk geen PP-tocht was maar er voor mijn gevoel toch één was verdient dus toch een verslagje.


© A.M. Schoevers

Dit verslag is eerder verschenen in Peddelpraat 162