Rondje Isle of Mull


Het idee om iets samen te ondernemen was zo'n negen maanden eerder geboren tijdens een zeekamp op Vlieland. Wij (Pieter, Nico en Axel) wilden aansluitend aan de Peddelpraat week in Schotland rond het eiland Mull varen. Dit is het verslag van onze eerste 'kajak-expeditie'. Gerdie, Judith, Marten en Richard hebben deze tocht vorig jaar gedaan (zie verslag in PP-145). Wij hebben dankbaar gebruik kunnen maken van hun ervaringen en adviezen.


Voorbereidingen
Met hun tips heb ik mijn standaarduitrusting (nog verder) kunnen minimaliseren (kleiner en compacter), zodat ik vooral veel ruimte voor eten overhield. Van de geadviseerde acht liter water vonden er zes een plaatsje in de kuip (links, rechts, achter en voor mijn zitje). We hebben flink geïnvesteerd in zeekaarten, topografische kaarten, stroomatlas en een Yachtsman Pilot van het betreffende gebied. Op mijn dek heb ik de topografische kaart die ik bijgewerkt heb met relevante gegevens van de zeekaart. Dit zijn vooral de stroomgegevens (kopie van stroomdiamantjes, overfalls) en de boeien. Met de boeien was ik snel klaar; rond Mull liggen er slechts 10! De vuurtorens staan al op de topografische kaart. Bij de stroomdiamantjes maakte ik de fout dat ik de tijden van HW Oban niet thuis al aangepast heb naar tijden van HW Dover. Het extra (hoofd-) rekenwerk tijdens het varen maakte deze stroomgegevens wat minder toegankelijk. Ook is het handig de tijden van kentering op diverse plaatsen op de kaart bij te schrijven. Deze informatie is te vinden in de Pilot.

Zondag 6 juli 1997
BBC: Malin/Tiree: SW-4/5; rain at times; visibility moderate; fog
Na een zeer geslaagde Peddelpraat week (zie verslag van Willie de Jong in PP-151) bevinden wij ons op de camping Gallanachmore onder Oban. Wij beginnen met 'proefinpakken'. Nico heeft een buitentent opgezet en kan zo droog zijn kajak inpakken. Tegen 20:00 uur stelt Nico voor de start van de tocht een dag uit te stellen, omdat hij pas halverwege het proefinpakken is. We gaan niet uit eten, dus ik moet mij behelpen met zo'n heerlijke droogvoer maaltijd.

Maandag 7 juli
BBC: Malin: SW-4/5, NW-6 later
Wederom is het weer zeer slecht; regen, mist en S/W 4-5. Niemand maalt erom dat de tocht een dag uitgesteld is. Bovendien is zo'n extra rustdag goed voor mijn rechterpols die al vanaf de eerste dag van de Peddelpraat week op het randje van een kraakpols balanceerde. Ondanks ruim voldoende training kan overbelasting van de polsen blijkbaar nog steeds optreden, vermoedelijk mede als gevolg van het koudere zeewater. Ik heb de polsbandjes die ik van Ida 'geleend' heb permanent om; ja ook 's-nachts. Ook het getijde verschuift nu iets in ons voordeel. Pieter en ik komen regelmatig op visite bij Nico. Onder de buitentent is het goed toeven. Thea verwent ons bovendien met soep en koffie. We besluiten om de buitentent en een plastic grondzeil op onze tocht mee te nemen. 's-Middags nog naar "Nancy Black" en de daarboven gevestigde Coast Guard. We melden onze tocht netjes aan. 's-Avonds heerlijk pizza gebunkerd in de plaatselijke 'snackbar met bediening'.

Dinsdag 8 juli (Gallanachmore - Port Ohirnie; 22 km)
BBC: Malin: S-4/5; visibility fair to moderate; fog
Het is droog. Het weerbericht is OK; S/W 3-4. We gaan voor een vertrektijd van 10 uur; dat wil zeggen: het slepen van de kajaks. We tillen een kajak met ons drieën, waarbij we onder de achterpunt een spanband doen. De spanband gaat door twee PVC-pijpjes die als draagklossen dienst doen. De derde persoon tilt de voorpunt. De dragers van de achterpunt lopen voorop. De drager van de voorpunt kan zo met twee handen tillen en eventueel gebruik maken van een schouderband. De spanband zit bovendien gedraaid door de dekbelijning, waardoor de kajak niet gelijk op de grond valt als er aan één zijde wordt losgelaten. Waarom deze uitleg zo uitgebreid is? Welnu een Baidarka heeft een groot volume. Nico heeft het bovendien klaargespeeld om 'm helemaal vol te stoppen; zij het met moeite want het paste allemaal maar net. De Nordkapp van Pieter is in zo'n ouderwets degelijke uitvoering die leeg al zwaar is. En tja... mijn Meridian heeft slechts een weinig ruimte over na het extra plastic grondzeil van Nico en een pak koffie van Pieter... Later zou nog blijken hoe asociaal het is om met lege ruimte een kajak trektocht te beginnen. Onze inspanningen worden door Thea op de foto vastgelegd. Om 11:00 uur steken we van wal voor onze eerste expeditie: rondje Mull met de klok mee. Om 12:00 uur zijn we bij Dubh Sgeir voor onze eerste pauze. De kaart bevat tal van onuitspreekbare namen. Met een woordenlijst uit de Pilot weet ik te melden dat wij ons op de "Zwarte rots" bevinden. Op het rotseilandje zitten veel jonge meeuwen. We blijven dicht bij het water en de kajaks en even later keert de rust weer. Om 13:00 uur de oversteek van de Firth of Lorn naar Mull. De stroming zou nu 2 knopen moeten zijn. De zon schijnt en de zee is als een spiegel. Het is een mooi gezicht zoals de beladen kajaks door het water glijden. Bij Port a'Ghlinne zien we, onverwacht, een kiezelstrandje met prachtige kleine watervallen in de rotsen. Op de zeekaart en de topografische kaart lijken kiezelstrandjes niet goed te herkennen. Er zijn hier zelfs enkele plaatsen voor een tent, maar wij willen nog verder. Onderweg komen we nog meer kiezelstrandjes tegen, maar of deze plaatsen bij elke waterstand bereikbaar zijn weten we niet. Om 16:00 uur komen we aan bij Port Ohirnie. Ray Goodwin, onze gids tijdens de Peddelpraat week, had gezegd dat dit een geschikte kampeerplaats is. Dit is dus een prachtig kiezelstrandje met een grasveldje en een beekje. Na het eten ben ik de heuvel opgelopen. Prachtig uitzicht op Frank Lockwood's Island en de Garvellachs, met vuurtoren. Bij die vuurtoren zaten we een kleine week eerder eerste rang bij een "Sea Rescue". Verder zicht op Colonsay en de hele zuidkust van Mull. Volgens het weerbericht was het uitzicht 32 mijl. Op 30 km van Oban was de 5-daagse weersvoorspelling van de Coast Guard via de marifoon al nauwelijks meer te ontvangen. Nico heeft een fles whisky mee en we weten maat te houden met de beker van de kleinste thermosfles. Bij het slapen gaan hoor ik links van mij een kabbelend beekje en voor mij rollende steentjes in de branding.

Woensdag 9 juli (Port Ohirnie-Torr Mór a'Chonairst; 41 km)
BBC: Malin: S backing SW-3, occasionally 4
Ik brand uit de tent van de warmte. Bij het inpakken zweet ik me kapot. Daar blijken hinderlijke steekvliegen op af te komen die mij het leven zuur maken. De geplande vertrektijd is 09:30 uur. Om 09:55 uur liggen we te water. We blijken 3 uur nodig te hebben om op te breken. We stappen in het water in, omdat de kleine brekers op het kiezelstrand de kajaks zouden kunnen beschadigen. Ik moet er niet aan denken om hier met windkracht 5 te moeten vertrekken. Het is te warm voor een jack. We laten Loch Bui rechts liggen en steken direct over naar Rubha Dubh. Om 11:30 uur landen we op het grote strand van Carsaig. Hier zou ergens een telefooncel staan. Die staat er uiteindelijk ook, maar is defect! Pas om 13:00 uur vertrekken we weer. Tot Malcolm's Point volgen we de kustlijn. Bij Malcolm's Point bevinden zich de Carsairg Arches. Er staat een indrukwekkende rotsboog met verticale pilaren. Met een strakblauwe lucht laat deze zich prachtig fotograferen. Van Malcolm's Point tot Rubha nam Bràithrean steken we recht over. De hoge waterval voorbij Malcolm's Point zien we alleen van afstand. Vanaf Rubha nam Bràithrean volgen we weer de kustlijn. Het paradijselijke strandje achter Eilean Mor bereiken we rond 17:00 uur. Ik begin al aan de koude voorwas met steunen, scullen en rollen. Pieter stelt echter prijs op privacy. Het is inderdaad wel erg druk met de bemanning van één zeilschip die de indruk wekt hier een gezellige avond te willen doorbrengen. We passeren enkele ongeschikte strandjes. Bàgh Tir Chille is een stormstrandje met zeer veel aangespoelde en aangewaaide rotzooi zonder geschikte kampeerplaats. Port nan Rón heeft koeien en herders. Torr Mór a'Chonairst is dan om 18:30 uur het perfecte strandje. Helaas geen beekje. We kamperen in de duinen tussen het helmgras. Vanaf de westelijke heuvel is er een prachtig uitzicht op de Torran Rocks, Erraid en de Sound of Iona tot en met Dutchman's Cap.

Donderdag 10 juli (Torr Mór a'Chonairst - Staffa; 20 km)
BBC: Malin: SE-3 increasing 4 later
Geplande en werkelijke vertrektijd 09:30 uur. Rond Erraid staat een lekkere deining die op de rotsen uiteenspat. Om 11:30 uur zijn we in Iona. De toeristen worden hier met bussen aangevoerd. Rond de datum dat wij er zijn wordt er iets speciaals herdacht, maar wat weet ik niet meer. Dit is duidelijk geen culturele tocht. Er is geen camping. De eigenaresse van de ferry-kiosk is bijzonder vriendelijk als wij om drinkwater vragen. Zij blijft vriendelijk als Nico met zijn acht literflessen aankomt. We besluiten om al dezelfde dag met de kentering van 17:00 uur richting Staffa te gaan. Tot die tijd rusten we heerlijk uit op het zonnige 'noorderstrand' van Iona. Met wind in de rug, S/E 3-4, komen we om 18:30 uur aan bij een bewolkt Staffa. Alle toeristen zijn weg en we hebben de indrukwekkende Fingal's Cave voor ons alleen. We landen aan bij een kiezelstrandje met nogal grote kiezels. Het is een heel karwei om de kajaks hogerop te krijgen. Voor de tentjes moeten we nog een heuvel op. De kajak van Pieter heeft een lekkage.

Vrijdag 11 juli (Staffa - Tràigh Bhàn; 8 km)
Op de uitgeslapen tijd van 08:00 uur naar de kajak van Pieter gekeken. Grote schade. Een niet meer bestaande kanowerf heeft een variabele scheg ingebouwd en de vaste scheg afgezaagd. De daardoor ontstane gleuf is met epoxy gedicht; zonder matjes. De epoxy is broos als suiker. Een paar tikjes en de hele handel breekt los. De schone reparatieplek is 20cm lang en tot 3mm breed. Een reepje karrimat voorkomt het weglopen van de hars. Smalle reepjes glasmat moeten de gleuf verstevigen. Drie banen glasmat dichten het gat. Met twee personen polyesteren gaat perfect. De ene houdt de matjes op zijn plaats en de ander kwast. Nadat alles goed is uitgehard wordt de reparatie met plastic tape afgewerkt. Reparatie voltooid; het is 13:00 uur. Glasmat en harder in onze enige reparatieset zijn bijna op. Tip: houdt dus bij het samenstellen van de reparatieset rekening met grotere reparaties. Het inpakken kan beginnen. Om 16:00 uur is het laag water waardoor we de kajaks nog eens extra ver en over glibberige stenen moeten tillen. Wij zijn het sjouwen en het in- en uitpakken een beetje zat. Dus morgen op Ulva een rustdag. Om 17:30 uur arriveren we bij Tràigh Bhàn op een zeer breed strand. Het is opkomend water, dus moeten we weer een 'takkeneind' lopen met uitrusting en kajaks. Ik deel aan mijn tochtgenoten mede dat ik een hekel begin te krijgen aan korte dagtochten. Vandaag hebben we het grootste gedeelte van de actieve tijd besteed aan het inpakken, slepen en uitpakken van de kajaks.

Zaterdag 12 juli (Ulva)
BBC: Malin: ZO-2/3
Rustdag. Dat wil zeggen om 05:45 uur naar het weerbericht geluisterd. Om 08:00 uur ontbeten. Vervolgens tot 11:00 uur geslapen. 's-Nachts had het nog geregend, maar nu zonnig met bewolking. De lunch bestaat uit hartkeks met jam. Vervolgens ben ik de hele middag bezig met het schrijven van kaarten. Ieder heeft zo zijn eigen activiteiten. Pieter analyseert het kamp van Nico: "Nico spreidt al zijn spulletjes rond zijn tent uit en gaat er tussen in zitten. Vervolgens pakt hij wat beet en schrijft wat op." Bij Pieter op de echte koffie en chocolade en bij Nico whisky en nootjes. Nu wordt duidelijk hoe asociaal het is om met een teveel aan lege ruimte in de kajak te varen. Ik heb slechts nootjes in de aanbieding.

Zondag 13 juli (Tràigh Bhàn - Lunga; 27 km)
"Atlantic low moving N/W Schotland...". Wind draait van S/E 4 naar W 3-4. Vandaag ronden we Ulva linksom op weg naar de Treshnish Isles, als het weer het toelaat. De telefooncel bij de ferry (overzetbootje) in de Sound of Ulva doet nu dienst als plantenkas. De dichtstbijzijnde telefooncel is 1 mijl landinwaarts. Er is geen strandje. De kajaks blijven te water. In een beschutte inham worden ze met een touw aan de kant bevestigd. Nico en Pieter komen met goed nieuws. Vijf pond armer en 3 dagen goed weerbericht rijker. Het wordt wisselvalliger met windkracht 3-4 eerst W, later weer E-S/E. We vertrekken gelijk. We varen steeds meer uit de kust en tegen de wind in. Op het moment dat ik het welletjes vind en dicht onder de kust wil gaan varen is het tijd voor de lunchpauze. Als we om 15:00 uur vertrekken van Rubh' a'Mhill Mhóir is de wind sterk verminderd. Vanaf Eilean Dioghlum kiezen we koers 320 naar Cairn na Burgh Beg, het noordelijkste eilandje van de Treshnish Isles. Ik verwachte flinke stroming, maar 1 km voor het eilandje wordt het al koers 300. Op het eilandje Cairn na Burgh More staan oude ruïnes. Vanaf het landmeetpunt een prachtig uitzicht over de eilandengroep. Precies boven de eilanden begint de bewolking open te breken. Onderweg naar Lunga komen we langs een rotsplaatje met zeehonden. We varen er ruim omheen, maar toch verdwijnen langzaam alle zeehonden in het water. Bij het schoonmaken van de cameralens kwam ik wat achterop te liggen. Tussen mij en Pieter en Nico dook een inspecterende zeehond op. Hij kon duidelijk niet tellen en had geen ogen in zijn achterhoofd. Hij keek niet achterom om de ontbrekende vaarder op te sporen. Op een halve meter afstand zal hij mij wel geroken hebben; na een enorme plons zag ik hem onder water wegzwemmen. Op Lunga landen we aan op grote ronde rotsblokken. Dit alles deert niet omdat de zon inmiddels volop schijnt. Direct nadat ik mijn tent heb opgezet race ik het eiland op om op de hoogste plekjes prachtige dia's te maken naar alle windrichtingen. Op de terugweg kom ik ook de "geheime" waterput van Ray tegen. Een vorige bezoeker heeft vergeten de afdeksteen terug te leggen. Wij hebben voldoende water bij ons, zodat we het 'kostbare' maar troebele water niet nodig hebben. Bij het eten kwam ik erachter dat ik in de haast om het eiland te verkennen een hele puffin kolonie over het hoofd heb gezien. Ray had verteld dat de puffins zich zeer goed lieten benaderen. Met enige twijfel dan toch richting puffins. De puffins waren nauwelijks onder de indruk van mijn aanwezigheid. Ik heb daar een uur in het gras gelegen; koud en lekgestoken door de midgets. De puffins leven in 'symbiose' met enorme aantallen konijnen; op Lunga hoef je niet te verhongeren... Regelmatig verdwijnen er puffins met 3 visjes in de bek onder de grond; vanuit het labyrint van konijnengangen komen enige knorrende geluiden. Met minder dan 3 visjes mogen ze waarschijnlijk niet thuis komen. Met meer dan 3 visjes overschrijden ze waarschijnlijk hun maximum laadvermogen want echt overtuigend soepel vliegen ze niet.

Maandag 14 juli (Lunga - Bloody Bay; 32 km)
We wilden zo laat mogelijk van dit prachtige eiland vertrekken. Maar nadat we de route en getijdegegevens nogmaals bestudeerd hadden leek het niet verstandig om te laat te vertrekken. Met weemoed vertrokken we om 11:45 uur van Lunga; ongetwijfeld het mooiste eiland op ons rondje Mull. Bij Caliach Point vermeldt de zeekaart stroomrafelingen. We hebben de wind en golven in de rug, maar het surfen lukt niet goed omdat de deininggolven te snel lopen. Omdat we steeds tegen het punt van kentering aanzitten pauzeren we pas 22 km en 2,5 uur later bij Quinisch Point. Vanaf hier gaan zowel het eind van de vloedstroom als het begin van de ebstroom dezelfde richting uit. We varen nu in de Sound of Mull. Bij Bloody Bay zetten we onze tentjes op. Het laatste restje whisky wordt eerlijk verdeeld; Tobermory here we come...

Dinsdag 15 juli (Bloody Bay - Rubh'an t-Sean Chasteil; 13 km)
Vijf kilometer naar Tobermory. Windkracht 5 tegen, stroom tegen, regen. Pas op het allerlaatste moment worden we het pittoreske dorpje gewaar. Wij landden op het strandje naast de Tobermory River. Dit riviertje zou het water leveren voor de ernaast gelegen Whisky distillery. Pieter neemt een (gratis) glaasje, maar proeft geen verschil. Er is wel verschil in prijs; de Tobermory whisky is in Tobermory duurder dan in Oban... Het is regenachtig, dus nestelen wij ons in de Aros Lounge voor de lunch en de laatste ansichtkaarten. In de watersport winkel komen we erachter dat er van veel Admiralty charts ook zogenaamde "small crafts editions" bestaan. Deze vouwkaarten op dun papier bevatten exact dezelfde gegevens en zijn een stuk goedkoper. Om 16:00 uur laten we Tobermory achter ons; het begint weer te regenen. Net voor Rubh' an t-Sean Chasteil zetten we onze tenten op in de regen. Nu wordt voor het eerst de 'gezelschapstent' van Nico opgezet. We koken gezamenlijk onder de buitentent. Het is gedaan met de idyllische kampeerplekjes; we kamperen in het zicht van de weg. Morgen naar Craignure Bay; 24 km tegen de stroom en de wind?

Woensdag 16 juli (Rubh' an t-Sean Chasteil - Craignure; 24 km)
Om 10:30 uur vertrokken met N/W 4. Van de stroming merken we niets. Uiteindelijk surfen we midden in de Sound of Mull omdat daar de beste surfgolven lopen. Om 13:00 uur pauze bij Fishnisch Point. Om 15:15 uur op de camping van Craignure. Zowaar alles gewassen. 's-Avonds in de pub wordt er al flink geëvalueerd. Maar eerst moeten we nog naar camping in Gallanachmore zien te komen. Voor het eerst is er enige onenigheid over de te varen route. In verband met de stroming is een volledig rondje langs Mull niet zo handig. Of hebben we het nu wel gezien als we kiezen voor de kortste weg via Oban?

Donderdag 17 juli (Craignure - Gallanachmore; 18 km)
Het wordt de directe route via Oban, dezelfde route als de veerboot. Deze is even voor ons vertrokken, waardoor deze ons bij zijn volgende oversteek tegemoet zal komen. Het kasteel bij Duart Point heeft iets geheimzinnigs met dit grijze weer. Halverwege de oversteek komt de veerboot, volgens verwachting, ons tegemoet. Met N/W 4 lopen de golven op. Pieter zet zijn 'surfturbo' aan en is vervolgens niet meer te kloppen. In Oban schijnt de zon. We genieten van onze laatste pauze met zicht op de haven. Kajaks vast in het zeewier en een weer aankomende veerboot. Om 12:30 uur zitten dan ook de laatste 3 kilometer erop. Mission completed. We zijn het erover eens dat de tocht een 100 % succes was, waarbij wij ons wel realiseren dat we toch wel veel geluk met het weer hebben gehad. De komende tijd zal ieder zijn ervaringen gebruiken om de uitrusting verder te perfectioneren. En er vallen voorzichtig namen van "other Scottish isles"...


© A.M. Schoevers

Dit verslag is eerder verschenen in Peddelpraat 152