Texel, Vlieland en nog eens Texel


In het weekend rond koninginnedag stond er een uitdagende tocht op de Peddelpraat kalender. Een 3- of 4- daagse tocht naar Texel en Vlieland vanuit Den helder. Omdat dit mijn eerste echte waddentocht zou worden had ik van te voren diverse Pedelpraters gepolst. Geen van hen had het mij uitdrukkelijk afgeraden.


Zaterdag 27 april 1996
Toen na een aantal keren tellen bleek dat we inderdaad met 23 personen waren, staken we om 12:00 van wal. Op weg naar de Cocksdorp op Texel. Het was een mooie dag met een vlakke Waddenzee. Oorspronkelijk zouden we pauzeren bij Oostkaap. De keien aldaar nodigden niet uit tot aanlanden, dus werden er vlotjes gevormd. Vlak voor de camping "de Robbenjager" werd de eerste zeehond gesignaleerd. Het was bekend dat de campings achter een hoge duin zouden liggen. De hoogte viel op het eerste gezicht wel mee, maar het dragen van de kajaks viel toch vies tegen. Naast kajak karretjes zijn draagbandconstructies hier een uitkomst.

Zondag 28 april
De tweede dag voeren we langs de Noordzeekant van Vlieland. Er stonden al iets meer golfjes bij een noordenwind. Bij de pauze was het ondanks het zonnetje flink koud door de wind. Mijn uitrusting kan een apart fleece-/windjack best gebruiken. Ter hoogte van camping "de Stortemelk" splitste de groep zich. De driedaagse vaarders voeren onder leiding van Jaap via de wadkant terug naar camping "de Robbenjager". Ondertussen wakkerde de wind aan. Laat in de middag werd door Richard windkracht 5 gemeten. Uit eten op Vlieland met een groep van 17 personen bleek een probleem. Bij elke eetgelegenheid bleven telkens een paar groepsleden achter. Uiteindelijk bleven wij met negen personen over en nestelden wij ons in een restaurantje dat slechts één overkomelijk bezwaar had; een menukaart te weinig. Na het eten verplaatsten enigen van ons naar de vuurtoren alwaar wij de steeds helderder wordende lichten van vuurtorens, Harlingen, Kornwerderzand en tenslotte enige boeien konden aanschouwen.

Maandag 29 april
Vandaag konden we uitslapen. In verband met het tij zouden we pas omstreeks 16:00 vertrekken. De wind nam steeds verder af. De branding was echter nog redelijk. Door een aantal grote brekers op het strand kwam ik los en gokte erop dat de volgende serie wel even op zich zou laten wachten. Ik peddelde vervolgens droog uit de branding. Mijn vreugde over deze perfecte 'take-off' werd direct getemperd doordat ik mijn kaart miste. Teruggaan naar het strand wilde ik de groep niet aandoen. Het verlies van een gloednieuwe zeekaart beschouwde ik maar als een leerproces. Mijn volgende kaartenhoes wordt brandingbestendig. Ik moest mij overigens direct weer concentreren op het varen. Er stond een flinke stroming. De groep moest een beetje bij elkaar blijven; eentje was in de branding omgegaan. Toen we weer compleet waren vroeg Hans of iedereen OK was en of er nog iemand iets miste. En ja hoor, Hans had mijn kaart. Ik heb hem er 35 gulden voor geboden, maar die heeft hij nu nog steeds tegoed. Op een bepaald moment leek het wel alsof ik op de Maas voer. Draaikolken en 'paddestoelen' rondom. Ik hoorde Hans roepen: links om de boei. Ik zat helemaal rechts in de groep. Met twee man koersten wij rechts van de boei. Ik had nog een meter of zes ruimte bij het passeren van de boei. Mijn collega volgens mij slechts twee! Ik heb wel eens verhalen gehoord over het rammen van boeien, maar het zelf ervaren van het gevaar van de enorme stroomsnelheid is leerzaam. In de luwte van Vlieland koersten wij vervolgens richting Texel. Omstreeks 18:30 was er nog een korte pauze op de Vliehors. De horizon aldaar is flink vervuild door tanks. Tussen Vlieland en Texel steken wederom zeehondjes hun kopjes boven water. Vlak voor het strand trap ik mijn voetpompje los van de voetensteun. Het sjouwen over de duin begint routine te worden. Het was gelukkig lang genoeg licht om de pomp weer goed te monteren. Over de voetensteun was ik wat minder zeker. Staat ie goed of moet ie een gaatje naar achter?

Dinsdag 30 april
Om 8:30, na een "Leve de Koningin!" van Hans en een "Hoezee!" van de rest, terug naar Den Helder via de Noordzee. Nog even zwaaien naar de vuurtorenwachter; had Hans hem beloofd. Hier begint 'de ellende'. Aan de voorgaande dagen had ik het idee overgehouden dat ik geen enkel probleem had met het tempo van de groep. Ik hoefde nooit voluit. Nu, in golvend water met maximaal windkracht 4, moest ik al voor de volle 100% gaan. En nog had ik moeite met volgen. Ik dacht nog even een excuus te hebben. Mijn voetensteun stond inderdaad een standje te ver naar voren. Bij een korte ingelast pauze bij de Koog heb ik de voetensteun toch nog goed gezet. Daar zou ik geen last meer van hebben. Bij paal 9 was de lange pauze alwaar we wachtten op de kentering. We moesten een extra oogje op de kajaks houden. Op koninginnedag wordt er door de kinderen van Texel gejut. Een kajak lijkt mij een mooie buit. Ondanks de extra elastieken sloeg de kaartenhoes bij het verlaten van het strand bijna weer van het dek. De tijd die het mij kostte om een en ander weer vast te leggen bracht mij weer in de achterhoede. Wederom had ik moeite het tempo bij te houden. Tussen Texel en Noorderhaaks stond er een 'heerlijk' onregelmatig golfpatroon. Ik stuiterde lekker vooruit. Een beladen kajak voelt stabiel aan. In mijn ooghoek zag ik steeds dat Peter in de buurt was. Hij heeft niet in actie hoeven komen, maar geruststellend was zijn aanwezigheid wel. Zodra wij in rustiger vaarwater kwamen kon mijn turbo, die in golvend water niet blijkt te werken, weer aan. Edoch het was niet meer nodig, want ieder liet zich de havenmond indrijven, vanaf de kade begroet door Ron. Zo eindigde een bijzonder mooie waddentocht op de manier zoals die begonnen was, onder een warm zonnetje.


© A.M. Schoevers

Dit verslag is eerder verschenen in Peddelpraat 143